Aangepaste wetgeving bij de sluiting van een onderneming

Wanneer een onderneming definitief moet sluiten, moet de werkgever met heel wat zaken rekening houden. Sinds kort zijn er enkele wijzigingen in de wetgeving rond de sluiting van een onderneming. Zo zijn er aanpassingen rond de referteperiode, de grensbedragen en de bijzondere compenserende bijdrage. We geven je graag een overzicht. 

3 minuten leestijd Personeelsbeleid 21 februari 2023

Harmonisering van de referteperiode

Bij een sluiting van je onderneming moet je als werkgever een forfaitaire vergoeding betalen aan medewerkers met een contract van onbepaalde duur. Dat is het geval als er aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Zo moeten de werknemers ontslagen zijn in een bepaalde periode voorafgaandelijk aan of volgend op de datum van de wettelijke sluiting.  

Tot voor kort maakte de wetgeving een onderscheid tussen arbeiders en bedienden voor het toekennen van een sluitingsvergoeding tijdens deze referteperiode. Dit verschil valt nu voor een stuk weg. 

Voor ondernemingen met een wettelijke sluitingsdatum vanaf 1 juli 2022 loopt de referteperiode zowel voor arbeiders als voor bedienden vanaf 18 maanden voorafgaandelijk aan de datum van de sluiting en tot 12 maanden na deze datum. 

Voor ondernemingen met een wettelijke sluitingsdatum tot en met 30 juni 2022 blijft het onderscheid wel verder lopen en loopt de referteperiode van 12 maanden voorafgaandelijk aan de sluiting voor arbeiders en 18 maanden voor bedienden en dit tot 12 maanden na de sluiting voor beiden statuten. 

Grensbedragen: tussenkomst Sluitingsfonds

Het Fonds Sluiting van Ondernemingen (FSO) komt soms tussen wanneer je als werkgever niet kan voldoen aan bepaalde uitbetalingsverplichtingen bij de sluiting van je onderneming. Het fonds vergoedt ook werknemers die getroffen zijn door de sluiting. 

Voor ondernemingen met een wettelijke sluitingsdatum vanaf 1 juli 2022 wordt het globaal grensbedrag voor de tussenkomst van het Sluitingsfonds bij de contractuele vergoedingen verhoogd naar 30.500 euro.   

Bovendien worden de grensbedragen die eerder golden voor de tussenkomst van de lonen, vergoedingen, het vakantiegeld en andere voordelen voor bedienden afgeschaft.  

Voor ondernemingen met een wettelijke sluitingsdatum tot en met 30 juni 2022 blijft de vroegere regeling wel nog van toepassing en is het globale grensbedrag begrensd tot 29.000 euro. Dit globale grensbedrag wordt verder opgesplitst in de volgende maximumbedragen:  

  • Lonen, vergoedingen en voordelen: 6.750 euro; 

  • Vakantiegeld bedienden: 4.500 euro; 

  • Verbrekings- of overbruggingsvergoeding: 25.000 euro. 

Verhoging jaarloonschijven bijzondere compenserende bijdrage

Als werkgever moet je onder bepaalde voorwaarden ook een bijzondere compenserende bijdrage aan het FSO betalen op de verbrekingsvergoeding die ze betalen aan je medewerkers. Meer concreet gaat het over de verbrekingsvergoeding: 

  • wanneer je als werkgever de arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur beëindigt zonder opzegging of met een onvoldoende lange opzeggingsperiode; 

  • wanneer je als werkgever de arbeidsovereenkomst van bepaalde duur vroegtijdig verbreekt; 

  • wanneer je als werkgever de arbeidsovereenkomst voor een duidelijk omschreven werk verbreekt vóór de beëindiging van het werk; 

  • wanneer in gemeenschappelijk akkoord een einde wordt gemaakt aan de arbeidsovereenkomst; 

  • wanneer een inschakelingsvergoeding wordt betaald bij ontslag in het kader van een herstructurering. 

De bijdrage wordt enkel berekend op het deel van de verbrekingsvergoeding opgebouwd op basis van geleverde prestaties vanaf 1 januari 2014. 

De omvang van de bijzondere bijdrage wordt bepaald door het jaarloon van de medewerker. De jaarloonschijven, die belangrijk zijn voor het bepalen van het toepasselijk percentage van de bijzondere compenserende bijdrage, worden sinds 1 januari 2023 als volgt bepaald: 

  • 1% als het jaarloon van de werknemer ≥ 50.166 euro en < 61.437 euro; 

  • 2% als het jaarloon van de werknemer ≥ 61.437 euro en < 72.707 euro; 

  • 3 % als het jaarloon van de werknemer ≥ 72.707 euro