Arbeidsdeal: maatregelen die de inzetbaarheid verhogen

In het kader van de arbeidsdeal zijn heel wat nieuwe maatregelen, ook voor wanneer een medewerker ontslag krijgt. Zo zijn er nieuwe ontslagmaatregelen die ervoor zorgen dat de arbeidsmarkt dynamischer wordt. Dat is een van de vier grote pijlers binnen de arbeidsdeal. Om de inzetbaarheid bij ontslag te bevorderen, krijgen ontslagen medewerkers met een lange opzegtermijn extra opleiding. Deze maatregelen zijn van kracht sinds 1 januari 2023.

Ook mogen werknemers binnen de opzegtermijn door middel van een transitietraject bij een andere werkgever aan de slag gaan. Dit transitietraject trad op 20 november 2022 al in werking.

3 minuten leestijd Personeelsbeleid 02 januari 2023

Inzetbaarheidsbevorderende maatregelen

Met de inzetbaarheidsbevorderende maatregelen wil de regering werknemers die ontslagen worden makkelijker opnieuw aan de slag krijgen. Zo krijgt een werknemer, van bij het begin van de opzegtermijn, de mogelijkheid om activiteiten te volgen die de inzetbaarheid vergroten. Dit geldt enkel wanneer de werknemer ontslagen wordt en er sprake is van een opzegtermijn van minstens 30 weken.

Hoe zit het concreet in elkaar?

Bij een opzegtermijn van minimaal 30 weken, wordt een deel van die opzegtermijn omgezet in inzetbaarheidsbevorderende maatregelen.

De opzegtermijn wordt dan in 2 delen opgesplitst:

  1. Het eerste deel van de opzegtermijn bestaat uit 2/3 van de opzegtermijn met een minimum van 26 weken of uit een opzegvergoeding gelijk aan het lopend loon dat overeenstemt met 2/3 van de duur van de opzeggingstermijn.
  2. Het tweede deel bestaat uit een opzegtermijn die gelijk is aan het restant van de opzegtermijn of -vergoeding. De inzetbaarheidsbevorderende maatregelen hebben een waarde die gelijk is aan het bedrag van de werkgeversbijdragen op dit tweede deel (=1/3) van de opzegtermijn. Dat bedrag wordt door de RSZ aan de RVA gestort om de maatregelen te financieren.

De werknemer heeft vanaf het begin van de opzegtermijn het recht om afwezig te zijn van het werk met het behoud van loon om inzetbaarheidsbevorderende maatregelen te volgen.

Er is een licht verschil wanneer de werknemer wordt ontslagen door middel van het betalen van een verbrekings- of opzegvergoeding. De werknemer dient zich in dat geval verplicht beschikbaar te houden om de maatregelen te volgen, ook voor een bedrag met een maximale waarde die gelijk is aan het bedrag van de werkgeversbijdragen op 1/3 van de opzegtermijn.

Deze verplichting vervalt wanneer de werknemer een nieuwe beroepsactiviteit heeft.


Wat houden die ‘inzetbaarheidsbevorderende maatregelen’ nu in?

Het gaat hier om opvolging en begeleiding door de diensten van arbeidsbemiddeling, opleidingstrajecten voor werkzoekenden, outplacementformules die moeten voldoen aan de kwaliteitscriteria voor outplacement, opleidingen die op sectorniveau worden aangeboden en die ook tot werk in een andere sector kunnen leiden, enzovoort.

Deze maatregelen zijn een aanvulling op de algemene outplacementbegeleiding die ook nog steeds wordt opgelegd bij een opzegtermijn van 30 weken.


Combinatie met transitietraject niet mogelijk

De inzetbaarheidsbevorderende maatregelen zijn niet van toepassing wanneer er voor de werknemer een transitietraject wordt opgestart.


Inwerkingtreding

Deze maatregelen zijn verplicht bij ontslagen die vanaf 1 januari 2023 door de werkgever worden gegeven.