Belastingkrediet compenseert tussenkomst werkgever in een treinabonnement

De wet van 12 mei 2024 (BS 29 mei 2024) voorziet in een nieuw belastingkrediet voor werkgevers die hun bijdrage in de kostprijs van een treinabonnement voor het woon-werkverkeer verhogen tot minstens 79,3%.  

Dit fiscaal voordeel kan dus enkel toegepast worden voor die werkgevers die nu nog geen hogere tussenkomst voorzien, tenzij vrijwillig of op basis van gunstigere maatregelen in de sector.

3 minuten leestijd Mobiliteit 06 juni 2024

Overheidssteun bij verhoging van de werkgeverstussenkomst

Als je medewerker zich van en naar het werk verplaatst met het openbaar vervoer, dan ben je als werkgever verplicht om een deel van deze kosten voor je rekening te nemen. Sinds 1 juni 2024 werd dit aandeel verhoogd naar 71,8%. 

Voor de sectoren/ondernemingen die de huidige tussenkomst in het treinabonnement nog verder verhogen, neemt de overheid een hogere tussenkomst van 7,5% voor maximaal 5 jaar ten laste via een belastingkrediet. De werkgeverstussenkomst moet in dat geval minstens 79,3% van de kostprijs bedragen.

Hoe wordt dit juist berekend?

Het bedrag van het belastingkrediet wordt als volgt berekend:  

  • het bedrag van de tussenkomst van de werkgever wordt gedeeld door de verhoogde procentuele tussenkomst van de werkgever, en vervolgens vermenigvuldigd met het verhogingspercentage (maximaal 7,5%). Het ‘verhogingspercentage’ is gelijk aan het verschil tussen de referentietussenkomst – dit is de procentuele tussenkomst van de werkgever op 31 december 2023 in een treinabonnement tweede klasse (minimaal 59,57%) – en de verhoogde tussenkomst van de werkgever.  

Voorbeeld

Op 31 december 2023 bedroeg de tussenkomst van de werkgever in een treinabonnement tweede klasse 60% (= de referentietussenkomst). In 2024 verhoogt de werkgever zijn tussenkomst tot 79,3% (= de verhoogde tussenkomst). Het verhogingspercentage is gelijk aan 19,3% (79,3% - 60%) beperkt tot 7,5%. 

Op 1 september 2024 koopt de werknemer een standaard jaarabonnement van 1988 euro. De werkgever komt tussen voor 1576,48 euro (79,3%). Het bedrag van het belastingkrediet voor deze tussenkomst is gelijk aan 149,1 euro, dit is (1576,48 / 79,3%) x 7,5%. 

Duurtijd belastingkrediet

Het belastingkrediet is tijdelijk en wordt verleend voor de tussenkomsten van de werkgever die worden betaald of toegekend in de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2027 

De hogere tussenkomst door de werkgever daarentegen wordt ingevoerd voor onbepaalde tijd en wordt vastgelegd in een cao, arbeidsreglement of individuele overeenkomst.  

Hou er ook rekening mee dat het voordeel van het belastingkrediet steeds beperkt blijft tot die 7,5% en dit voor maximaal 4 jaar, ook als de vrijwillig hogere tussenkomst vanaf volgend jaar meer dan 7,5% van de minimale verplichte tussenkomst bedraagt.  

Als de NMBS de tarieven op 1 februari 2025 opnieuw verhoogt, zal de minimale verplichte tussenkomst slechts gedeeltelijk mee verhogen, waardoor het verschil tussen de vrijwillige hogere tussenkomst (= minimaal 79,3% van de kostprijs van de treinkaart) en de minimaal verplichte tussenkomst volgens de NAR-cao hoger zal zijn dan 7,5%.

Hou ook hier rekening mee

De tussenkomst van de werkgever in een treinabonnement voor het bedrag van het belastingkrediet dat voor die tussenkomst wordt verleend, is niet als beroepskost aftrekbaar 

Het belastingkrediet is niet van toepassing op de tussenkomst van de werkgever in een treinabonnement waarvoor de derdebetalersregeling van toepassing is. In deze regeling wordt namelijk al voorzien in een volledige tussenkomst van de werkgever (80%) en de federale overheid (20%) in de kostprijs van een treinabonnement.

Vragen?

Pas je deze vrijwillige verhoging toe, waardoor je recht hebt op het belastingkrediet? Geef dat dan zeker tijdig door aan je accountant. Of neem gerust contact met ons op bij verdere vragen.