Voortaan bevrijdende bedrijfsvoorheffing voor buitenlandse gelegenheidswerknemers in de land- en tuinbouwsector

In maart 2021 werd de bedrijfsvoorheffing op inkomsten van buitenlandse gelegenheidswerknemers in de land- en tuinbouw opgetrokken. De wet van 21 januari 2022 houdende diverse fiscale bepalingen bepaalt nu dat deze bedrijfsvoorheffing bevrijdend is vanaf aanslagjaar 2022.

2 minuten leestijd Personeelsbeleid 25 februari 2022

Verhoogde bedrijfsvoorheffing niet-inwoners

De inkomsten die een buitenlandse gelegenheidswerknemer in de land- en tuinbouw ontvangt, zijn onderworpen aan de belasting voor niet-inwoners. Sinds 25 maart 2021 werd de bedrijfsvoorheffing op deze inkomsten van 11,11% verhoogd naar 18,725% om zo nauwer aan te sluiten bij de eindbelasting en invorderingsproblemen te vermijden.

Deze verhoogde bedrijfsvoorheffing voor niet-inwoners wordt toegepast op de bezoldigingen voor seizoenarbeid, namelijk:

  • de bezoldigingen voor prestaties als gelegenheidswerknemer;
  • de eindejaarspremie en de getrouwheidspremie die door het Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf worden toegekend aan gelegenheidswerknemers;
  • de bezoldigingen voor prestaties als arbeider in de land- en tuinbouw met een contract voor bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk van maximaal zes opeenvolgende kalenderweken onmiddellijk aansluitend op een tewerkstelling als gelegenheidswerknemer bij dezelfde werkgever, alsook het vakantiegeld dat betrekking heeft op deze periode van aansluitende tewerkstelling.

Bevrijdende bedrijfsvoorheffing vanaf aanslagjaar 2022

De wet houdende diverse fiscale bepalingen van 21 januari 2022 bepaalt dat vanaf aanslagjaar 2022 deze bedrijfsvoorheffing voor buitenlandse gelegenheidswerknemers bevrijdend is zodat medewerkers geen aangifte niet-inwoners meer moeten indienen. Werkgevers moeten vermelden op de fiscale fiche 281.10 dat het gaat over bezoldigingen van gelegenheidswerknemers. Niet-inwoners uit de Europese Economische Ruimte kunnen ervoor kiezen om hun inkomsten alsnog te regulariseren door een aangifte niet-inwoners in te dienen.

Het bevrijdend karakter van de bedrijfsvoorheffing geldt alleen als zowel de belastingplichtige als zijn of haar echtgeno(o)t(e) in het belastbare tijdperk in België geen andere inkomsten heeft verkregen.

Vanaf 1 januari 2022 (aanslagjaar 2023) geldt als bijkomende voorwaarde voor de bevrijdende bedrijfsvoorheffing dat de buitenlandse gelegenheidswerknemer een woonplaatsverklaring aan zijn werkgever moet bezorgen uiterlijk op de dag van de eerste loonbetaling door de werkgever. Deze woonplaatsverklaring kan hij verkrijgen bij de fiscale administratie van zijn woonstaat. Op 9 maart 2022 verscheen in Belgisch Staatsblad dat ook een andere overheidsinstantie, bevoegd om de burgerlijke woonplaats vast te stellen, de woonplaatsverklaring mag verstrekken. Bovendien werd er in het Belgisch Staatsblad van 9 maart 2022 ook gecommuniceerd dat het volstaat dat de werkgever de woonplaatsverklaring ter beschikking van de Belgische fiscale administratie houdt en ze op elk verzoek van die administratie overmaakt. De minister bevoegd voor Financiën, of zijn gedelegeerde, bepaalt hoe op de fiscale fiche wordt vermeld dat de woonplaatsverklaring aan de werkgever werd bezorgd.

De werkgever bezorgt vóór 1 maart van het jaar volgend op het inkomstenjaar digitaal een afschrift aan de fiscale administratie.

Relevante artikels

Lees zeker ook ...