Compensatie voor vakantiegeld bij tijdelijke werkloosheid wegens overmacht corona

Werknemers die tijdens de periode van 1 februari 2020 tot 31 augustus 2020 tijdelijk werkloos waren wegens overmacht door de coronacrisis, konden erop rekenen dat die dagen werden gelijkgesteld met gewerkte dagen voor de berekening van hun vakantierecht en -geld. De sociale partners waren overeengekomen om die gelijkstelling door te trekken tot 31 december 2020, op voorwaarde dat er een vergoeding kwam voor de werkgevers. Die vergoeding is nu rond.

2 minuten leestijd Verloning personeel 05 januari 2021

Globale financieringsenveloppe

Er wordt een globale financieringsenveloppe voorzien, die is opgesplitst in een enveloppe voor werkgevers van bedienden en een enveloppe voor werkgevers van arbeiders. Elke enveloppe bevat 93.582.741 euro. De globale compensatie bedraagt dus 187.165.482 euro.

Werkgevers van bedienden: gedeeltelijke compensatie

Voor werkgevers van bedienden voorziet de overheid een gedeeltelijke compensatie. Een gemiddeld percentage tijdelijke werkloosheid wegens overmacht (corona) voor het tweede kwartaal 2020 bepaalt of een werkgever recht heeft op een compensatie én hoeveel de compensatie bedraagt:

  • gemiddeld percentage tijdelijke werkloosheid wegens overmacht minder dan 10% = geen compensatie;
  • gemiddeld percentage meer dan of gelijk aan 10% en minder dan 20% = een compensatie van 33%;
  • gemiddeld percentage meer dan of gelijk aan 20% en minder dan 50% = een compensatie van 66%;
  • gemiddeld percentage meer dan of gelijk aan 50% = een compensatie van 100%.

Elke werkgever krijgt een gewicht

Vervolgens wordt aan alle werkgevers een bepaald gewicht toegekend. Dat gewicht wordt bepaald op basis van het percentage tijdelijke werkloosheid wegens overmacht door de coronacrisis voor het tweede, derde en vierde kwartaal van 2020 en het compensatiepercentage.

Alle werkgevers ontvangen volgens dat gewicht een deel van de financieringsenveloppe.

De RSZ berekent het bedrag in de loop van het tweede kwartaal 2021 en trekt de vergoeding af van de RSZ-bijdragen. Het krediet dat daarna eventueel nog overschiet, zal in mindering worden gebracht op de volgende kwartalen van 2021.

Regeling voor werkgevers van arbeiders

De Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie krijgt een toelage van 93.582.741 euro voor het jaar 2021 om de kosten van de gelijkstelling tot 31 december 2020 te dekken.

Het bedrag wordt uiterlijk op 30 april 2021 aan de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie betaald, zodat de dienst over voldoende middelen beschikt om het vakantiegeld van de arbeiders in mei 2021 uit te betalen.