Coronasteunmaatregel: gedeeltelijke vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing

De regering roept een nieuwe gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing in het leven voor werkgevers die tijdelijke werkloosheid moesten invoeren. Met deze maatregel, die in eerste instantie financiële ondersteuning wil bieden, probeert de overheid werkgevers aan te moedigen om werknemers terug aan het werk te laten gaan.

3 minuten leestijd Personeelsbeleid 25 juni 2020

Tijdelijke maatregel

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing mag worden toegepast voor de maanden juni, juli en augustus 2020.

Voor welke werkgevers?

Enkel werkgevers die gedurende een ononderbroken periode van minstens 30 kalenderdagen tussen 12 maart 2020 en 31 mei 2020 (beide data inbegrepen) minstens één werknemer op tijdelijke werkloosheid plaatsten, komen in aanmerking. Het moet niet steeds dezelfde werknemer zijn.

Hoeveel bedraagt het voordeel?

De berekening van het voordeel gebeurt op een geheel andere wijze dan de berekening van de reeds bestaande vrijstellingen.

Je gaat uit van twee factoren:

  • A = de totale kosten aan bedrijfsvoorheffing voor elk van de maanden juni, juli en augustus 2020
  • B = de totale kosten aan bedrijfsvoorheffing van de maand mei 2020. Mei wordt als referentieperiode beschouwd.

In de totale kosten aan bedrijfsvoorheffing mag je alleen rekening houden met de bedrijfsvoorheffing op de eigenlijke bezoldigingen en voordelen van alle aard. Je mag geen rekening houden met de bedrijfsvoorheffing op vakantiegeld, de eindejaarspremie, achterstallige bezoldigingen en opzegvergoedingen. Ook de bedrijfsvoorheffing van bedrijfsleiders komt niet in aanmerking. 

De vrijstelling is gelijk 50% van het verschil tussen enerzijds de totale kosten aan bedrijfsvoorheffing voor elk van de maanden juni, juli en augustus 2020 (A) en anderzijds de totale kosten aan bedrijfsvoorheffing van de referentieperiode (B).

Vrijstelling = (A - B) x 50%

Voorbeeld 1

BV kosten mei 2020:

1.000 euro

BV kosten juni 2020:

1.500 euro

De niet door te storten bedrijfsvoorheffing over de maand juni 2020 bedraagt:

1.500 – 1.000 = 500 x 50% = 250 euro

 

Voorbeeld 2

BV kosten mei 2020: 1.000 euro
BV kosten juli 2020: 1.800 euro

De niet door te storten bedrijfsvoorheffing over de maand juli 2020 bedraagt:

1.800 – 1.000 = 800 x 50% = 400 euro

 

Voorbeeld 3

BV kosten mei 2020: 1.000 euro
BV kosten augustus 2020: 2.000 euro

De niet door te storten bedrijfsvoorheffing over de maand augustus 2020 bedraagt:

2.000 – 1.000 = 1000 x 50% = 500 euro

Toepassingsregels bij de verrekening

De vrijstelling wordt toegepast op de massa verschuldigde bedrijfsvoorheffing die overblijft na de toepassing van alle andere eventuele vrijstellingen van doorstorting van bedrijfsvoorheffing. Wanneer de bedrijfsvoorheffing dan nog onvoldoende is om het bedrag in mindering te brengen, kan het saldo worden overgedragen naar elk van de volgende periodes waarvoor bedrijfsvoorheffing verschuldigd is en daar in mindering worden gebracht. Overdracht naar een volgend kalenderjaar is echter niet mogelijk.

Ook de vrijstelling mag enkel worden toegepast op de bedrijfsvoorheffing op de eigenlijke bezoldigingen en voordelen van alle aard.

Beperkingen

De totale vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing mag over de drie maanden samen nooit meer bedragen dan 20 miljoen euro.

Ten slotte worden een aantal ondernemingen uitgesloten. Het gaat onder andere over ondernemingen die tussen 12 maart en 31 december 2020 eigen aandelen hebben ingekocht of dividenden hebben uitgekeerd. Het zou niet de bedoeling zijn om ondernemingen uit te sluiten die winstpremies of deelnames in het kapitaal aan werknemers uitkeren.