Eén tiende ouderschapsverlof mogelijk vanaf 1 juni 2019

Werknemers die een aanvraag tot ouderschapsverlof indienen vanaf 1 juni 2019, kunnen dat verlof opnemen in een halve dag per week of een hele dag om de twee weken. Deze aanpassing – en enkele bijkomende veranderingen rond thematische verloven – verscheen eind mei in het Belgisch Staatsblad.

3 minuten leestijd Personeelsbeleid 29 mei 2019

Eén tiende ouderschapsverlof

Vroeger konden werknemers het ouderschapsverlof in drie vormen opnemen: een voltijdse schorsing of een loopbaanvermindering tot de helft of met één vijfde.

Sinds 1 juni kwam daar een vierde opnamemogelijkheid bij. Zo kunnen voltijdse werknemers die in aanmerking komen voor ouderschapsverlof per kind, tijdens 40 maanden, één tiende ouderschapsverlof opnemen. Deze periode van veertig maanden kan de werknemer opsplitsen in periodes van tien maanden of een veelvoud ervan.

Belangrijk voor de werknemer: er is voor de laatste 10 maanden pas recht op uitkering wanneer hij of zij het ouderschapsverlof opneemt voor een kindje dat op 8 maart 2012 of later geboren werd.

Opsplitsen ouderschapsverlof

De werknemer kon het voltijds ouderschapsverlof per kind tijdens vier maanden vroeger opnemen in periodes van maanden. Het halftijds ouderschapsverlof gaf per kind recht op acht maanden loopbaanvermindering die de werknemer in periodes van twee maanden moest opnemen.

Sinds 1 juni 2019 kan de werknemer het voltijds ouderschapsverlof opsplitsen in periodes van een week of een veelvoud hiervan. Hierbij geldt dat vier weken schorsing gelijk is aan één maand.  Elke aanvraag kan bovendien betrekking hebben op verschillende niet aaneengesloten periodes van een week of een veelvoud hiervan. Voorwaarde is wel dat de aangevraagde weken gespreid moeten zijn over een periode van maximaal drie maanden. De begin- en einddatum van elke periode moet in dit geval in de aanvraag genoteerd zijn.

Vanaf diezelfde datum kan de werknemer het halftijds ouderschapsverlof opsplitsen in periodes van een maand of een veelvoud hiervan.

Opsplitsen van verlof om medische bijstand

Het voltijds thematisch verlof voor bijstand of verzorging aan een zwaar ziek gezins- of familielid bedraagt maximaal 12 of 24 maanden. De werknemer moest dit in principe per periode van minstens één maand en hoogstens drie maanden opnemen.

Sinds 1 juni 2019 kan de minimumperiode van het voltijds verlof om medische bijstand verminderd worden tot één week, twee weken, of drie weken.

Akkoord van de werkgever vereist

Voor al deze nieuwigheden is het akkoord van de werkgever vereist. Een uitstel is niet mogelijk. De werkgever kan het ouderschapsverlof schriftelijk weigeren binnen een maand nadat hij de aanvraag schriftelijk kreeg. Voor het verlof om medische bijstand ligt deze weigeringstermijn op twee werkdagen.

Als werkgever kan je het verlof in bepaalde gevallen niet weigeren, maar wel uitstellen. Dat is zo als het resterend saldo door de opsplitsing in weken of maanden minder bedraagt dan de normale minimumperiode die overeenkomt met:

  • vier weken voor het voltijds ouderschapsverlof;
  • twee maanden voor het halftijds ouderschapsverlof;
  • één maand voor het voltijds verlof om medische bijstand.

Relevante artikels

Lees zeker ook ...