Federaal regeerakkoord 2025: arbeidsmarkthervormingen voor werkgevers - werkloosheidsuitkeringen, familiekrediet, SWT en ontslag nemen

Zowel het Europees begrotingskader, de geopolitieke spanningen als de exponentieel stijgende vergrijzingskosten vormen de aanleiding voor enkele belangrijke hervormingsmaatregelen, zoals neergeschreven in het regeerakkoord. Hieronder lichten we enkele arbeidsmarkthervormingen voor werkgevers toe. Concreet gaan we dieper in op werkloosheidsuitkeringen, familiekrediet, SWT en ontslag nemen.

3 minuten leestijd Nieuw in 2025 11 februari 2025

Het is overduidelijk dat ingrepen nodig zijn om onze sociale zekerheid betaalbaar te houden. Er zijn te weinig mensen aan de slag – we hebben een activiteitsgraad van slechts 72,1 % – en onze productiviteitsgroei is niet groot genoeg. Het is de ambitie om tegen 2029 de activiteitsgraad te laten groeien richting 80 %. Hoe wil men dit realiseren? 

 

Verschil tussen werken en niet werken vergroten tot meer dan 500 EUR 

Via onder meer een fiscale hervorming, het voorzien van een uitgavennorm – waardoor de uitkeringen van de inactieven op actieve leeftijd niet sneller groeien dan de lonen – en de vervanging van de welvaartsenveloppe door een enveloppe die meer rekening houdt met de gerealiseerde in plaats van met de verwachte productiviteitsgroei. 

 

Hervorming van de werkloosheidsuitkering tot een echte verzekering 

  • In een eerste periode zal de werkloze een uitkering krijgen die hoger ligt dan vandaag. Daarna volgt er een sterkere daling dan momenteel het geval is. 

  • Werkloosheidsuitkeringen worden voortaan ook beperkt in de tijd (maximum twee jaar), afhankelijk van de gewerkte jaren. Iemand die in de drie jaren voordien één jaar gewerkt heeft, heeft recht op één jaar werkloosheidsuitkeringen. Per vier extra gewerkte maanden, krijgt hij/zij één maand werkloosheidsuitkeringen extra (tot het maximum van twee jaar werkloosheidsuitkeringen). Die beperking geldt niet voor personen die ouder zijn dan 55 jaar, als ze een voldoende lange loopbaan kunnen bewijzen (30 of, vanaf 2030, 35 jaar).  

  • Iemand die meer dan drie maanden tijdelijk werkloos is, wordt verplicht ingeschreven als werkzoekende.  

  • Het systeem van jonge schoolverlaters wordt ook aangepast. De wachttijd voor de inschakelingsuitkeringen wordt beperkt tot 156 dagen. Inschakelingsuitkeringen kunnen slechts gedurende maximum één jaar genoten worden. 

 

Familiekrediet, teletreinwerk, landingsbanen en SWT 

Het begrip ‘familiekrediet’ wordt geïntroduceerd. Dit is een rugzakje dat ieder kind bij de geboorte meekrijgt. Het bevat alle zorgverloven die voor het kind opgenomen kunnen worden. Er bestaat hieromtrent geen verschil meer tussen werknemers, zelfstandigen en ambtenaren. Opname ouderschapsverlof wordt ook mogelijk voor pleegouders. 

Er wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om ‘teletreinwerk’ te stimuleren. Hierdoor zou het mogelijk worden om op de trein gewerkte uren te laten meetellen als werkuren. 

Landingsbanen, waarbij de werknemer zijn of haar arbeidsprestaties vermindert met 1/5 of tot halftijds, zijn nog steeds mogelijk voor werknemers vanaf 55 jaar. Ze moeten dan wel een beroepsverleden van minstens 30 jaar kunnen bewijzen. Vanaf 2030 stijgt dit naar 35 jaar beroepsverleden. 

Het Stelsel van Werkloosheid met (bedrijfs)Toeslag (SWT) – het vroegere brugpensioen – dooft volledig uit. Enkel SWT om medische redenen of SWT in het kader van reeds voor 31 januari 2025 aangekondigd collectief ontslag blijft mogelijk. Werknemers die al in SWT zitten, blijven hun rechten behouden. 

 

Zelf ontslag nemen tijdens loopbaan 

Werknemers die minstens tien jaar gewerkt hebben, kunnen eenmaal tijdens hun loopbaan zelf ontslag nemen en toch – gedurende zes maanden - recht hebben op een werkloosheidsuitkering. Die periode van zes maanden kan verlengd worden met zes maanden als in het eerste trimester van de werkloosheidsperiode succesvol een opleiding voor een knelpuntberoep gevolgd is.   

 

Varia 

Het individueel opleidingsrecht blijft behouden, maar met meer flexibiliteit en via gedeeltelijke collectivisering.  

Het misbruik van opeenvolgende dagcontracten in de uitzendsector wordt verder aangepakt. Daartoe wordt de praktijk van de responsabiliseringsbijdrage geëvalueerd.