Fiscale akkoorden rond telewerkende grensarbeiders opnieuw verlengd: wat zijn de gevolgen?

Door de coronacrisis werd er zowel in het binnen- als in het buitenland veel meer aan telewerk gedaan. Daardoor reisden grensarbeiders niet langer naar hun oorspronkelijke werkland om hun beroepsactiviteit uit te oefenen. Om de impact van de tijdelijke coronamaatregelen te beperken, sloot België akkoorden met de buurlanden Nederland, Frankrijk, Duitsland en Luxemburg. Die akkoorden golden voor werknemers die thuiswerken wegens de coronamaatregelen en zouden eind 2021 aflopen. Zowel de RSZ, als de fiscale administratie verlengden deze akkoorden opnieuw: de RSZ ineens tot 30 juni 2022, de fiscus tot 31 maart 2022, met een stilzwijgende verlenging tot 30 juni 2022. Toch blijft het nuttig om al na te gaan welke gevolgen dit telewerk heeft voor de sociale zekerheid en fiscaliteit van grensarbeiders na die datum, als de normale wetgeving terug van kracht is.

4 minuten leestijd Personeelsbeleid 24 december 2021

De fiscale akkoorden met de buurlanden en de beslissing van de RSZ gelden voor werknemers die thuiswerken wegens de coronamaatregelen en zorgt ervoor dat thuiswerkdagen in de woonstaat (vanaf het begin van de coronacrisis), zowel voor de sociale zekerheid als de fiscaliteit, worden beschouwd als prestaties in de oorspronkelijke werkstaat. De prestaties in het eigen woonland blijven dus onderworpen aan dezelfde regels i.v.m. sociale zekerheid en fiscaliteit als voor de crisis. Maar die speciale regeling zal dus na deze neutralisatieperiode vervallen en de normale wetgeving zal vanaf 1 juli  2022 opnieuw gelden. Dat heeft gevolgen op fiscaal vlak en voor de sociale zekerheid van de grensarbeider.

Impact op de sociale zekerheid

Oefent een werknemer zijn beroepsactiviteit uit op het grondgebied van één of meer lidstaten van de Europese Economische Ruimte en/of Zwitserland, dan bepaalt de Europese Verordening nr. 883/2004 van welk land de socialezekerheidswetgeving van toepassing is. Er kan namelijk maar één land bevoegd zijn.

  • Werkt de werknemer minstens 25% in zijn woonland, dan zal hij onderworpen zijn aan de sociale zekerheid van zijn woonland.

     
  • Werkt hij minder dan 25% in zijn woonland? Dan zal de toepasbare sociale zekerheid afhangen van de concrete situatie:
    • Werkt hij voor één werkgever, dan is de sociale zekerheid van het land waar zijn werkgever is gevestigd van toepassing.
    • Werkt hij voor meerdere werkgevers in hetzelfde land, dan is de sociale zekerheid van dat land van toepassing.
    • Werkt hij voor meerdere werkgevers in verschillende landen, waarvan één zijn woonland is? Dan is toch de sociale zekerheid van het andere land van toepassing.
    • Werkt hij voor meerdere werkgevers in verschillende landen, waarvan geen enkel land zijn woonland is? Dan is de sociale zekerheid van zijn woonland van toepassing.

Met de toename van het telewerk stijgt ook de arbeidstijd van de werknemer in zijn woonstaat, wat kan leiden tot een wijziging van het socialezekerheidsstelsel. Wil je niet verrast worden door de omschakeling naar een ander stelsel, dan is het belangrijk dat je op voorhand duidelijke afspraken maakt met je werknemer.

Ook wanneer het net wel de bedoeling is om te veranderen van stelsel, bijvoorbeeld omdat het voordeliger is voor de werknemer, worden die afspraken het best schriftelijk vastgelegd.

Voorbeeld: Sophie werkt voltijds in België maar woont in Nederland. Vanaf juli 2022 zal zij blijvend twee dagen per week van thuis werken. Hierdoor zal zij minstens 25% in haar woonland Nederland werken waardoor de regelgeving van de Nederlandse Sociale Zekerheid zal gelden.

Fiscale gevolgen

Een werknemer is fiscaal inwoner van zijn woonland waardoor de personenbelasting in principe is verschuldigd in het land waar hij woont. Maar wanneer hij zich in een grensoverschrijdende werksituatie bevindt, kan hij in meerdere landen worden belast. De prestaties worden namelijk belast in het land waar hij de prestaties levert. Men kijkt naar de effectieve fysieke aanwezigheid van de werknemer. In tegenstelling tot de sociale zekerheid, kan de werknemer wel in verschillende staten belast worden. In dat geval is er sprake van een ‘salary split’: de fiscale splitsing van het belastbaar loon over de verschillende landen waar de medewerker werkt. 

België heeft met de verschillende buurlanden ook een dubbelbelastingsverdrag afgesloten waardoor er in bepaalde situaties wel een uitzondering wordt voorzien. De inkomsten worden toch in het woonland van de werknemer belast als de volgende voorwaarden cumulatief zijn voldaan:

  • De werknemer verblijft minder dan 183 dagen in het werkland;
  • De beloning wordt niet betaald door of namens de werkgever van het werkland;
  • De beloning komt niet ten laste van een vaste inrichting in het werkland.

Met de toename van het telewerk en dus de stijgende arbeidstijd in het woonland, zullen de prestaties in verschillende landen worden belast als er niet voldaan is aan bovenstaande uitzondering.

Voorbeeld: Sophie werkt voltijds in België maar woont in Nederland. Vanaf juli 2022 zal zij blijvend twee dagen per week van thuis werken. De prestaties in België vallen onder de Belgische bedrijfsvoorheffing, de prestaties in Nederland worden in Nederland belast.

Relevante artikels

Lees zeker ook ...