Forse tariefverhoging bij De Lijn: wat betekent dat voor werkgevers?

Algemene verplichte tussenkomst in verplaatsingskosten 

Als werkgever ben je verplicht om tussen te komen in de verplaatsingskosten voor een werknemer die zich met het openbaar vervoer van en naar het werk verplaatst. Als dat een ander openbaar vervoermiddel dan de trein is, dan gelden volgende regels:  

• Wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat, wordt de werkgeverstussenkomst berekend op basis van de tabel in artikel 3 van NAR-cao 19/9. De tussenkomst wordt daarbij wel beperkt tot maximaal 75% van de werkelijke vervoerprijs. 

Als het maximum van 75% van de werkelijke vervoerprijs gehanteerd wordt, zal de verplichte tussenkomst van de werkgever dus stijgen door deze tariefverhoging van De Lijn. 

• Wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, dan is de tussenkomst van de werkgever gelijk aan 71,8% van de kostprijs van het openbaar vervoer. Deze tussenkomst wordt wel beperkt tot de werkgeverstussenkomst die geldt voor verplaatsingen met de trein voor een afstand van 7 km. Je vindt dit ook in de tabel in artikel 3 van NAR-cao 19/9.  

Ook hierdoor stijgt de werkgeverstussenkomst, tenzij deze nu al geplafonneerd wordt. 

Sectoren en ondernemingen met een eigen regeling 

De tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten van en naar het werk van hun medewerkers, is vaak vastgelegd in een sectorale cao. Om na te gaan welke gevolgen de prijsstijging bij De Lijn voor jou heeft, kijk je dus best naar de regels die voor jouw sector gelden. Is er hierover geen bepaling voorzien in een sectorale cao, dan is NAR-cao 19/9 van toepassing.  

Heb je in je onderneming zelf een gunstigere bepaling uitgewerkt? Ga dan zeker na wat de mogelijke gevolgen van deze tariefverhoging voor jou zijn. Je kan bij De Lijn trouwens ook een derdebetalersregeling voor je medewerkers aangaan.  

Vragen? 

Heb je hier vragen over? Aarzel dan niet om ons te contacteren!