Gelijke RSZ-behandeling voor alle maatwerkbedrijven
Tot eind 2021 was er een verschil in de RSZ-behandeling tussen de vroegere beschutte werkplaatsen en de andere Vlaamse maatwerkbedrijven, waaronder de vroegere sociale werkplaatsen. Sinds 1 januari 2022 vallen ook die laatste onder de aparte categorie van de structurele RSZ-vermindering, net zoals de vroegere beschutte werkplaatsen. Er is wel nog altijd een verschil in de werkgeversbijdragen die ze moeten betalen. Het is de intentie om vanaf 1 januari 2023 ook dat verschil weg te werken.
Specifieke regeling voor maatwerkbedrijven
Maatwerkbedrijven vallen onder een aparte regeling binnen het systeem van de structurele vermindering. Ze behoren tot de aparte categorie 3. Binnen die categorie geldt er nog een afzonderlijke regeling voor de doelgroepwerknemers van de vroegere beschutte werkplaatsen. Hier is de RSZ-korting hoger en is ook de RSZ-bijdragevoet lager, omdat een specifieke bijdrage, de loonmatigingsbijdrage, niet verschuldigd is op het loon van de doelgroepwerknemers. Dit RSZ-voordelig statuut geldt nog altijd niet voor de vroegere Vlaamse sociale werkplaatsen en de nieuwe maatwerkbedrijven. De vroegere sociale werkplaatsen vallen dan wel weer onder andere RSZ-verminderingen, zoals de doelgroepvermindering in het kader van het gesco-statuut.
Verdere harmonisering van maatwerkbedrijven op komst
Vanaf 1 januari 2023 zou die loonmatigingsbijdrage ook wegvallen voor de doelgroepwerknemers van de vroegere sociale werkplaatsen en zou de hogere RSZ-korting zoals in categorie 3b gelden. Tegelijk vervalt de toepassing van de RSZ-verminderingen in het kader van het gesco-statuut.
Deze informatie is onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad.