Wettelijke vakantiedagen in België

Elke medewerker in België heeft recht op vakantie. Maar hoeveel, dat is afhankelijk van heel wat factoren. Voltijdse werknemers in België hebben doorgaans recht op vier weken jaarlijkse vakantie (20 of 24 dagen). Voorlopig bestaan er nog verschillen in de vakantieregeling van arbeiders en bedienden. Voor pas afgestudeerden en voor 50-plussers die na een periode van inactiviteit terug aan de slag gaan, bestaan speciale regelingen. Liantis geeft je graag een overzicht van het aantal wettelijke verlofdagen voor al deze specifieke situaties.

Wettelijke vakantiedagen voor arbeiders en bedienden

In de privésector bouwt een werknemer hun recht op vakantie op tijdens het voorbije kalenderjaar, dit noemen we het ‘vakantiedienstjaar’. Het aantal betaalde wettelijke vakantiedagen dat de werknemer in 2024 mag opnemen, hangt dus af van de geleverde prestaties en gelijkgestelde inactiviteitsdagen in 2023. Ondanks het eenheidsstatuut zijn er nog wel wat verschillen tussen arbeiders en bedienden.

Hoeveel wettelijke vakantiedagen krijgen je medewerkers?

Wettelijke vakantiedagen van bedienden

Per maand tewerkstelling heeft een bediende recht op twee wettelijke vakantiedagen in een zesdagenstelsel. Om dit om te zetten naar het vijfdagenstelsel, breng je per schijf van zes wettelijke vakantiedagen één dag in mindering. Sommige afwezigheden, zoals moederschapsrust, worden gelijkgesteld met effectieve prestaties.

Voor arbeiders wordt het aantal vakantiedagen bepaald aan de hand van een tabel. Concreet komt het erop neer dat een arbeider die in het vijfdagenstelsel werkt en minstens 231 dagen presteerde, recht heeft op 20 vakantiedagen. Het aantal vakantiedagen staat vermeld op de strook van de vakantiecheque – werkgevers kunnen deze gegevens ook natrekken op de website van de Sociale Zekerheid.

Voorbeeld

Greet, een directie-assistente, is in maart 2023 teruggekeerd uit moederschapsrust. Hoewel ze de eerste drie maanden van het jaar thuis was, zal ze in 2024 toch recht hebben op vier weken wettelijke vakantie. Moederschapsverlof wordt immers gelijkgesteld met effectieve prestaties.

Wettelijke vakantiedagen van arbeiders

Voor arbeiders wordt het aantal wettelijke vakantiedagen bepaald aan de hand van een tabel. Concreet komt het erop neer dat een arbeider die in het vijfdagenstelsel werkt en minstens 231 dagen presteerde, recht heeft op 20 wettelijke vakantiedagen. Het aantal wettelijke vakantiedagen staat vermeld op de strook van de vakantiecheque – werkgevers kunnen deze gegevens ook natrekken op de website van de Sociale Zekerheid.

Vermindering door een tewerkstellingsbreuk

Stel dat een werknemer dit jaar minder gaat werken dan tijdens het voorbije vakantiedienstjaar. Welke gevolgen heeft dit? De werknemer zal het vakantierecht dat hij heeft opgebouwd niet volledig kunnen opnemen, waardoor die een vermindering krijgt in het aantal wettelijke vakantiedagen. Dit betekent evenwel niet dat de werknemer het vakantiegeld voor de niet-opgenomen wettelijke verlofdagen kwijtspeelt. In december betaal je dan als werkgever een supplement voor de niet-opgenomen wettelijke vakantie.

Collectieve vakantie

Wanneer het de afspraak is dat alle medewerkers in dezelfde periode hun wettelijke vakantie opnemen, dan spreken we van collectieve vakantie. Het paritair comité kan de jaarlijkse vakantie collectief vastleggen op sectoraal niveau. Je kan als werkgever de collectieve vakantiedagen ook op ondernemingsniveau bepalen. De beslissing kan genomen worden in de ondernemingsraad, een akkoord met de vakbondsafvaardiging of een unaniem akkoord met alle medewerkers. Het is aangewezen dit goed op tijd te doen, zodat je medewerkers hiermee rekening kunnen houden bij het plannen van hun wettelijke vakantie. De collectieve vakantie neem je ook op in het arbeidsreglement.

Vakantiegeld

Elke medewerker heeft niet alleen recht op loon voor hun wettelijke vakantiedagen (enkel vakantiegeld). De medewerker ontvangt ook dubbel vakantiegeld. Dit is een toeslag in verhouding tot het opgebouwde recht. Hoeveel het vakantiegeld bedraagt en hoe het vakantiegeld voor wettelijk verlof wordt uitbetaald, verschilt tussen bedienden en arbeiders.

Vakantiegeld voor bedienden

Bij bedienden is het zo dat het enkel vakantiegeld automatisch vervat zit in het brutoloon van de maand waarin je medewerker de vakantie opneemt. Het dubbel vakantiegeld bedraagt 92% van het brutoloon van die maand.

Een bediende die uit dienst treedt, krijgt vertrekvakantiegeld: dit vertegenwoordigt het recht op wettelijke vakantie dat die bij de huidige werkgever opbouwde, maar nog niet opnam als wettelijke vakantiedagen. De toekomstige werkgever betaalt eveneens vakantiegeld, maar mag dit al ontvangen vertrekvakantiegeld in mindering brengen. Het vertrekvakantiegeld bedraagt 15,34% van het verdiende brutoloon.

Vakantiegeld voor arbeiders

Een arbeider krijgt hun vakantiegeld tussen 2 mei en 30 juni van het vakantiejaar uitbetaald door de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV) of het bevoegde vakantiefonds. Dit via overschrijving. Enkel op aanvraag kan de betaling nog via circulaire cheque gebeuren. De werkgever financiert dit vakantiegeld via de RSZ-bijdragen, berekend op 108% van het loon.

Impact van tijdelijke werkloosheid op wettelijke vakantiedagen tijdens corona

Werknemers die tijdens de periode van 1 februari tot 31 december 2020 tijdelijk werkloos waren wegens overmacht omwille van het coronavirus, genieten van een gelijkstelling met gewerkte dagen voor de berekening van zowel het vakantierecht als het vakantiegeld.

  • Voor werkgevers van bedienden voorziet de overheid een gedeeltelijke compensatie. De RSZ trekt het bedrag van de toegekende vergoeding dan af van de RSZ-bijdragen van het tweede kwartaal 2021.
  • Voor werkgevers van arbeiders wordt aan de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie een toelage toegekend voor het jaar 2021, zodat de RJV over voldoende middelen beschikt om het vakantiegeld in mei 2021 uit te betalen. 

Er gaan stemmen op om de verschuldigde bijdragen in het kader van het vakantiegeld in de toekomst te verhogen en de gelijkstelling van de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht door het coronavirus met gewerkte dagen voor de berekening van de jaarlijkse vakantie te verlengen. Maar daarover is nog geen zekerheid.

Jeugdvakantie

Een jonge medewerker die net van de schoolbanken is gekomen, heeft het jaar dat op zijn indiensttreding volgt meestal geen recht op een volledige wettelijke vakantie. Wel kan die rekenen op jeugdvakantiedagen om tot vier weken wettelijke vakantie te komen. De jeugdvakantie-uitkering van de RVA bedraagt 65% van het brutoloon van de jongere tijdens de eerste maand waarin de jeugdvakantie wordt genomen.

Seniorvakantie

Oudere werknemers die na een periode van werkloosheid of invaliditeit terug aan de slag gaan, hebben geen recht op een volledige wettelijke vakantie. Wel kunnen zij rekenen op de seniorvakantieregeling om tot vier weken vakantie te komen. De seniorvakantie-uitkering (uitbetaald door de RVA) bedraagt 65% van het theoretisch brutoloon voor de eerste maand waarin de oudere werknemer wettelijke vakantie neemt.

Voorbeeld

Wim, 53 jaar, is volledig werkloos tot 30 september 2023. Op 1 oktober 2023 begint hij terug te werken. Omdat hij in 2023 (het vakantiedienstjaar) maar drie maanden werkt, heeft hij in 2024 (het vakantiejaar) slechts recht op één week betaalde vakantie. De seniorvakantie vult dit aan tot in totaal vier weken vakantie.

Europese vakantie

Iedere medewerker die niet beschikt over vier weken gewone wettelijke vakantie en die een activiteit aanvat of hervat, heeft recht op een Europese jaarlijkse vakantie. Voorwaarde is dat deze medewerker in het vakantiejaar gedurende een minimumperiode van drie maanden tewerkgesteld wordt.

Het betreft een aanvullende wettelijke vakantie, berekend op basis van de prestaties in het vakantiejaar in plaats van het vakantiedienstjaar. Voor de Europese vakantiedagen ontvangt de medewerker enkel vakantiegeld dat beschouwd wordt als de vervroegde uitbetaling van een deel van het opgebouwde recht op vakantiegeld.

Sinds 2017 hebben ook bepaalde deeltijdse werknemers recht op Europese vakantie:

  • deeltijdse werknemers die overschakelen naar een voltijdse baan tijdens het vakantiejaar.
  • deeltijdse werknemers die tijdens het vakantiejaar hun arbeidsduur verhogen met minimaal 20% van een voltijds arbeidsstelsel.
  • de werknemer die deeltijds ouderschapsverlof opgenomen heeft.

Zoek je als werkgever meer informatie over wettelijke vakantiedagen waar je verschillende medewerkers recht op hebben?

Liantis sociaal secretariaat helpt je graag verder met het nodige advies. 

Neem snel contact op