Mogelijk tot eind 2021 maatregelen voor gelegenheidswerknemers in land- en tuinbouw

In de land- en tuinbouw worden frequent gelegenheidsmedewerkers uit binnen- en buitenland ingeschakeld om seizoenspieken op te vangen. Maar door de coronacrisis zijn er minder werknemers beschikbaar. Daarom voorziet de regering nog tot 31 december 2020 maatregelen. Mogelijk worden die zelfs verlengd tot eind 2021.

2 minuten leestijd Personeelsbeleid 21 december 2020

Verhoging van het toegelaten aantal dagen

Het statuut van gelegenheidswerknemer kan worden toegekend voor een beperkt aantal dagen per kalenderjaar:

  • In de landbouw en uitzendsector, voor de werken op de eigen gronden: 30 dagen.
  • In de tuinbouw en uitzendsector, met uitzondering van de parken en tuinen: 65 dagen.
  • In de champignon- en witloofteelt, met uitzondering van de uitzendsector: 100 dagen.

In de fruitteelt wordt het toegelaten aantal dagen opgetrokken van 65 naar 100 dagen en dat voor 33% van het aantal gelegenheidswerknemers dat de werkgever in 2020 heeft aangegeven. Er gelden wel enkele voorwaarden. Zo moet de werkgever voor het jaar 2021 een bepaald tewerkstellingsvolume aantonen en zal hij een schriftelijke aanvraag met een verklaring moeten richten aan de voorzitter van het paritair comité en aan het Waarborg en Sociaal Fonds. De verhoging van het aantal arbeidsdagen geldt niet voor uitzendkrachten.

Het aantal dagen gelegenheidsarbeid mag verdubbelen:

  • In de landbouw en uitzendsector, voor de werken op de eigen gronden: 60 dagen in plaats van 30 dagen.
  • In de tuinbouw en uitzendsector, met uitzondering van de parken en tuinen: 130 dagen in plaats van 65 dagen.
  • In de champignon-, witloof- en fruitteelt, met uitzondering van de uitzendsector: 200 dagen in plaats van 100 dagen.

Aanpassing van de 180-dagenregel

Je kan maar als gelegenheidswerknemer aan de slag als je in de loop van de 180 voorafgaande dagen niet in dezelfde onderneming hebt gewerkt in een andere hoedanigheid dan die van gelegenheidswerknemer. De 180-dagenregel wordt normaal gezien beoordeeld over de volledige land- en tuinbouwsector, maar wordt nu beperkt tot het niveau van de onderneming.

Ook met een contract voor bepaalde duur of een bepaald werk van maximaal zes opeenvolgende kalenderweken wordt geen rekening meer gehouden.

De 180-dagenregel is niet van toepassing op werknemers die de wettelijke pensioenleeftijd bereikt hebben en die als gelegenheidswerknemer in hun vroegere onderneming willen werken.