Mobiliteitsvergoeding voor de bijl

Het Grondwettelijk Hof vernietigde de regeling rond de mobiliteitsvergoeding (ook gekend als de cash-for-car-regeling). Het is dus niet langer mogelijk om werknemers te laten instappen en hun bedrijfswagen in te ruilen voor een cash bedrag. Voor werknemers die op vandaag nog van de mobiliteitsvergoeding genieten, moet er voor het einde van 2020 een oplossing komen.

2 minuten leestijd Verloning personeel 24 januari 2020

Mobiliteitsvergoeding

De mobiliteitsvergoeding, ook wel gekend als de cash-for-carregeling, was een initiatief van de regering-Michel en trad in werking op 1 maart 2018. Werknemers konden hun bedrijfswagen inruilen voor een cashvergoeding en toch blijven genieten van het bijhorende sociale en fiscale gunstregime.

Heel wat kritiek

De regering bedoelde de mobiliteitsvergoeding als een manier om de toenemende files en het stijgende aantal bedrijfswagens aan te pakken. Vakbonden zagen er evenwel een discriminatie in voor werknemers zonder bedrijfswagen. En ook de klimaatorganisaties waren niet overtuigd van de voorspelde milieueffecten.

Grondwettelijk Hof

Uiteindelijk stapten vijf organisaties naar het Grondwettelijk Hof. Het resultaat is nu dat het Hof de mobiliteitsvergoeding vernietigt. Het haalt twee redenen aan:

  1. De cash-for-carregeling is discriminerend. Het schept situaties waarin twee werknemers hun loon cash uitbetaald krijgen, maar fiscaal en sociaal op een verschillende manier belast worden.
  2. De mobiliteitsvergoeding sluit niet uit dat de betrokken werknemers toch met de eigen wagen naar het werk komen. Het file- en klimaatargument van de regering snijdt dus te weinig hout.

Mobiliteitsbudget voorlopig buiten schot

De mobiliteitsvergoeding mag je niet verwarren met het mobiliteitsbudget. Dit is een regeling waarbij de werknemer zijn bedrijfswagen inruilt voor andere, meer duurzame vormen van mobiliteit zoals een milieuvriendelijke wagen, een treinabonnement of een deelfiets. Het mobiliteitsbudget blijft voorlopig buiten schot, maar het kan best zijn dat het oordeel van het Hof inzake de mobiliteitsvergoeding straks ook gevolgen heeft voor het mobiliteitsbudget.

Wat nu?

Het is niet langer mogelijk om werknemers in de mobiliteitsvergoeding te laten stappen. Werknemers die op vandaag genieten van de regeling, kunnen dat maximaal blijven doen tot het einde van dit jaar. Tenzij de politiek met een oplossing voor de dag komt, zal de mobiliteitsvergoeding vanaf 1 januari 2021 beschouwd worden als een normale looncomponent waarop de gebruikelijke RSZ- en belastingtarieven verschuldigd zijn. Op dit ogenblik kan je als werkgever best nog even afwachten. Liantis houdt de vinger aan de pols en brengt je op de hoogte wanneer je actie moet ondernemen.

Relevante artikels

Lees zeker ook ...