Nieuw statuut student-zelfstandige: gevolgen voor kinderbijslag

3 minuten leestijd Verloning zelfstandige 03 februari 2017

Sinds 1 januari 2017 kunnen studenten die een zelfstandige activiteit uitoefenen, het statuut van student-zelfstandige aanvragen. De regering wil zo het ondernemerschap bij jonge studenten bevorderen. Maar ook onder het nieuw statuut gelden regels zodat de jongeren hun recht op kinderbijslag niet verliezen.

Nieuw statuut

Zelfstandigen tussen 18 en 25 jaar oud kunnen het statuut van student-zelfstandige aanvragen. Ze moeten wel ingeschreven zijn in een onderwijsinstelling waar ze op regelmatige basis les volgen met de bedoeling om een diploma te behalen dat erkend wordt in België. Het nieuw statuut komt in de plaats van de bestaande bijdrageregeling, gekend onder artikel 37 voor studenten.

Categorieën

Afhankelijk van het netto belastbaar inkomen, moet de student-zelfstandige al dan niet sociale bijdragen betalen. Er bestaan drie categorieën:

  • De student-zelfstandige moet geen sociale bijdragen betalen als het inkomen lager ligt dan de helft van de minimumdrempel van een zelfstandige in hoofdberoep (minder dan € 6.648,12 in 2017).
  • Ligt het inkomen in 2017 tussen € 6.648,12 en € 13.296,25 dan betaalt de student-zelfstandige een sociale bijdrage van 21% op het stuk inkomen dat hoger ligt dan € 6.648,12.
  • De student-zelfstandige die in 2017 meer dan € 13.296,25 verdient, betaalt sociale bijdragen zoals elke zelfstandige in hoofdberoep.

Wat met kinderbijslag?

Een student-zelfstandige moet zich aan bepaalde regels houden als hij of zij het recht op kinderbijslag niet wil verliezen. Die regels zijn afhankelijk van de norm waaronder de student valt. 



240-urennorm 

Een voltijdse student die als zelfstandige werkt, of iemand die als zelfstandige werkt naast zijn stage in het kader van de ondernemersopleiding, mag maximum 240 uur presteren per kwartaal. Om te bepalen of een student-zelfstandige, die onder bovenstaande categorie valt, recht heeft op kinderbijslag, maakt uw kinderbijslagfonds volgend onderscheid:

  • Als het inkomen van de student-zelfstandige in 2017 lager ligt dan € 6.648,12, vermoedt het kinderbijslagfonds dat de 240 uren niet overschreden werden. Wanneer de kruispuntbank uw fonds daarover inlicht, wordt de kinderbijslag zonder onderbreking uitbetaald.

  • Als het inkomen van de student-zelfstandige in 2017 hoger ligt dan € 6.648,12, zal het kinderbijslagfonds de betalingen opschorten en moet de student een verklaring op eer afleggen over het aantal uren die hij per kwartaal werkte. Als blijkt dat de student toch niet meer dan 240 uren per kwartaal heeft gewerkt, blijft hij het recht op kinderbijslag behouden. Werkte de student toch meer dan 240 uur per kwartaal, verliest hij zijn recht op kinderbijslag.

Inkomensnorm

Als de student-zelfstandige deeltijds onderwijs volgt of een werkzoekende schoolverlater is, geldt de inkomensnorm. Dat wil zeggen dat zijn of haar brutoloon, sociale uitkering, of een combinatie van beide niet hoger mag liggen dan € 530,49 per maand. Dat geldt ook als de student een stage volgt in het kader van een ondernemersopleiding of een overeenkomst heeft binnen een alternerende opleiding. In al deze gevallen vraagt uw kinderbijslagfonds sowieso een verklaring op eer over het inkomen.

Deze 240-uren en inkomensnorm is enkel nog maar van toepassing voor student-zelfstandigen in Brussel en Wallonie. In Vlaanderen gelden er andere voorwaarden