Nieuwe berekening van de bedrijfsvoorheffing in 2023

De bedrijfsvoorheffing wordt maandelijks ingehouden op het loon van je medewerkers. Het is een voorschot op de belastingen die de werknemer, werklozen met bedrijfstoeslag (SWT) en bedrijfsleiders betalen in de personenbelasting. De berekening van de bedrijfsvoorheffing wijzigt op de bezoldigingen en uitkeringen die je betaalt in 2023. 

3 minuten leestijd Personeelsbeleid 27 januari 2023

Waarom past de fiscus de regels jaarlijks aan? 

Er zijn vaak wijzigingen in de wetgeving die een impact hebben op de eindbelasting van het loon. Deze veranderingen vloeien meestal voort uit maatregelen om de begroting op te maken of om het regeerakkoord uit te voeren. Meestal vragen deze wijzigingen ook een vertaling naar de toepassingsregels van de bedrijfsvoorheffing. Ook de inflatie is een belangrijke factor. De belastingschalen, bedragen van belastingverminderingen en -vrijstellingen zijn namelijk aan de indexcijfers gekoppeld.  

Het is dus nodig om de bedragen en schalen van de bedrijfsvoorheffing jaarlijks aan te passen. Zo sluit het voorschot zo goed mogelijk aan bij de uiteindelijke belastingen. 

Wat is de belangrijkste wijziging? 

De grootste wijziging in 2023 is het wegvallen van de schalen van de bedrijfsvoorheffing. 

De tabellen waarbij het belastbaar inkomen van de bezoldigingen, pensioenen of SWT-uitkeringen wordt ingeschaald naar een lager veelvoud van 15 euro, zijn verdwenen. De minister van Financiën kondigde de invoering van de ‘glijdende schalen’ in augustus al aan. Het komt dus niet meer voor dat een kleine loonsverhoging tot een netto loonsverlaging leidt.   

De nieuwe berekeningswijze vertrekt elke maand van het fictieve jaarloon en de forfaitaire beroepskosten die in mindering worden gebracht. Het belangrijkste gevolg is dat een werknemer meer nettoloon zal overhouden. Hoeveel meer dat is, hangt af van het loon zelf en de gezinssituatie (kinderen ten laste, burgerlijke stand, enzovoort).  

Er komen ook lay-outaanpassingen, zoals een inhoudstafel, in Bijlage III.  
Bijlage III is de derde bijlage bij het koninklijk uitvoeringsbesluit van het Wetboek van inkomstenbelastingen van 1992 (afgekort KB/WIB 92) en bevat de regels van de bedrijfsvoorheffing. 

Vanaf wanneer gelden deze nieuwe regels? 

De nieuwe regels gelden op de bezoldigingen, uitkeringen en pensioenen in 2023. De berekeningsregels voor het vaststellen van de bedrijfsvoorheffing werden op 30 december 2022 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. 

Zijn er nog andere wijzigingen? 

Er is in 2023 en 2024 een vrijstelling van bedrijfsvoorheffing op lonen van studenten tot een maximum van 600 studentenuren per kalenderjaar. Ze mogen dus meer uren presteren aan een voordelig tarief. Tot 31 maart 2023 tellen de uren die een student in de zorgsector presteert bovendien niet mee in die 600 uren. 

Relevante artikels

Lees zeker ook ...