Nieuwe fiscale regelingen voor sportbeoefenaars

In 2022 wijzigen er enkele regelingen voor sportbeoefenaars, zowel op vlak van sociale zekerheid als op fiscaal vlak. Enkele wijzigingen zijn al definitief afgeklopt, andere nog niet. In dit nieuwsbericht gaan we dieper in op de veranderingen op fiscaal vlak. De sociale wijzigingen lees je hier.

4 minuten leestijd Sociaal statuut 01 maart 2022

Eindbelasting

Voor alle sportbeoefenaars en scheidsrechters, opleiders, trainers en begeleiders (inwoners en niet-inwoners) geldt een voordelig fiscaal regime. Dit regime is niet geldig voor de bezoldigingen die je als bedrijfsleider ontvangt. We lijsten de tarieven even voor je op die van toepassing zijn op de bezoldigingen vanaf 1 januari 2022:

  • Aanslagvoet van 16,5% voor sportbeoefenaars die op 1 januari van het aanslagjaar tussen de 16 en 23 jaar oud zijn (in plaats van 26 jaar zoals voorheen). En dit voor de inkomensschijf die niet hoger is dan 20.520 euro per jaar (inkomstenjaar 2021).
  • Aanslagvoet van 33% voor sportbeoefenaars die op 1 januari van het aanslagjaar minstens 23 jaar oud zijn (in plaats van 26 jaar zoals voorheen). Dit op voorwaarde dat de inkomsten behaald uit de activiteiten als sportbeoefenaar lager liggen dan die die ze behalen uit andere beroepsactiviteiten, voor de inkomensschijf die niet hoger is dan 20.520 euro per jaar (inkomstenjaar 2021).
  • Aanslagvoet van 33% voor scheidsrechters, opleiders, trainers en begeleiders, op voorwaarde dat de inkomsten behaald uit de activiteit als scheidsrechter, opleider, trainer of begeleider lager liggen dan die die ze behalen uit een andere beroepsactiviteit. Dit voor de inkomensschijf die niet hoger is dan 20.520 euro per jaar (inkomstenjaar 2021).

Let wel, voor de sportbeoefenaars die op 1 januari 2022 23, 24 of 25 jaar oud zijn, geldt een overgangsregeling. Voor hen blijft de oude regeling van toepassing tot ze de leeftijd van 26 jaar hebben bereikt. Het is bovendien nog even wachten op wetgeving die de leeftijdsverlaging ook doorvoert voor de bedrijfsvoorheffing.

Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing

In bepaalde gevallen wordt voor sportclubs een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voorzien. De bedrijfsvoorheffing wordt voor 100% ingehouden op de vergoedingen, maar 75% (in plaats van 80% zoals voorheen) ervan moet niet worden doorgestort naar de fiscus. Dit kan enkel op voorwaarde dat die voorheffing volledig op die bezoldiging wordt ingehouden.

Deze vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing geldt:

  • zowel voor de tewerkstelling van sportbeoefenaars-rijksinwoners als van sportbeoefenaars-niet-rijksinwoners, met uitzondering van de sportbeoefenaars-niet-rijksinwoners waarvoor nog de 18%-bevrijdende voorheffing geldt.
  • De lastenverlaging geldt voor de bezoldigingen, met uitzondering van die verdiend als bedrijfsleider, betaald aan:
    • sportbeoefenaars jonger dan 26 jaar;
    • andere sportbeoefenaars, op voorwaarde dat op 31 december van het jaar volgend op de niet-doorstorting 55% (in plaats van 50% zoals voorheen) van de vrijstelling besteed wordt aan de opleiding van jonge sportbeoefenaars jonger dan 23 jaar.

Deze leeftijdsgrens wordt bekeken op 1 januari van het jaar na de niet-doorstorting van de bedrijfsvoorheffing.

Enkele voorwaarden:

Let wel, de bezoldigingen komen enkel in aanmerking in de mate dat de sportbeoefenaars, gedurende de periode waarop de vrijstelling betrekking heeft, de sportprestaties hebben geleverd voor de Belgische sportclub. Bovendien komen de bezoldigingen betaald of toegekend aan scheidsrechters en trainers niet in aanmerking voor de vrijstelling.

De bedragen, besteed aan de opleiding van jonge sportbeoefenaars moeten, uiterlijk op 31 december van het jaar volgend op de niet-doorstorting van de bedrijfsvoorheffing, gebruikt worden voor de betaling van de lonen van:

  • personen belast met de opleiding, begeleiding of ondersteuning van deze jonge sportbeoefenaars in hun sportbeoefening;
  • deze jonge sportbeoefenaars zelf, gelimiteerd tot 86.592 euro voor de periode van 1 juli 2021 tot 30 juni 2022.

Gebeurt deze besteding niet (tijdig), dan moet de werkgever het niet-bestede bedrag betalen aan de fiscus, inclusief nalatigheidsintresten.

Aanvullende pensioenregeling

Onder bepaalde voorwaarden konden sportbeoefenaars al vanaf 35 jaar een uitbetaling van hun aanvullend pensioenkapitaal krijgen en dit aan een fiscaal voordelig tarief van slechts 20%. De nieuwe wetgeving beëindigt die regeling vanaf 1 januari 2022. Enkel voor sportbeoefenaars met een lopende aansluiting wordt nog een uitzondering voorzien. Zij kunnen wel nog altijd vanaf 35 jaar het pensioenkapitaal opnemen aan het fiscaal gunstig tarief.

Relevante artikels

Lees zeker ook ...