Het Grondwettelijk Hof vernietigde begin 2020 de regeling rond de mobiliteitsvergoeding (ook gekend als de cash-for-car-regeling). Het is dus niet langer mogelijk om dit te gebruiken.

Principieel akkoord rond mobiliteitsbudget

De federale regering bereikte eind juni een principieel akkoord over het mobiliteitsbudget. Hierdoor kunnen werknemers die over een bedrijfswagen beschikken deze binnenkort inruilen voor een extra vergoeding. Het akkoord moet nu verder uitgewerkt worden en zal vermoedelijk pas ten vroegste in werking treden vanaf begin 2018.

3 minuten leestijd Verloning personeel 06 juli 2017

Eindelijk akkoord

De afgelopen maanden was er heel wat te doen rond het mobiliteitsbudget. Met dit alternatief voor de bedrijfswagen wil de regering de filevorming verminderen en de verkeersknopen ontwarren. Hoewel er heel wat discussie bestond over wat dit mobiliteitsbudget precies moet inhouden, bereikte de federale regering nu eindelijk een akkoord.

Mobiliteitsbudget

Bij het systeem dat voorlopig enkel principieel aangenomen werd, en nog verder uitgewerkt moet, kunnen werkgevers beslissen dat hun werknemers bedrijfswagens kunnen inleveren voor een extra bedrag in cash, bovenop hun loon. Het is vervolgens aan de werknemer om hier al dan niet voor te opteren.



Enkel werkgevers die binnen hun onderneming minstens 3 jaar met bedrijfswagens werken, kunnen aanspraak maken op het mobiliteitssysteem. Bovendien komt een werknemer pas in aanmerking als hij de voorbije 3 jaar minstens 12 maanden ononderbroken over een bedrijfswagen beschikte. Daarvan moeten minstens 3 maanden ononderbroken zijn, voorafgaand aan de aanvraag van het mobiliteitsbudget.



Wanneer een werknemer verandert van werkgever mag hij zijn aantal maanden verder aanvullen bij zijn nieuwe werkgever. Wie al gebruik maakte van een mobiliteitsbudget bij zijn voormalige werkgever, kan dit eveneens op zijn nieuwe job verderzetten.

Hoeveel cash krijgt een werknemer in ruil?

Welke cashvergoeding een werknemer kan krijgen, is afhankelijk van de bedrijfswagen die hij inruilt. Er bestaat wel een standaardformule waarmee het mobiliteitsbudget op jaarbasis wordt berekend: cataloguswaarde x 6/7 x 20 %.



Als werknemers een eigen bijdrage betaalden om de bedrijfswagen te gebruiken, moet dit bedrag afgetrokken worden van de cataloguswaarde. Als de werknemer een tankkaart had, wordt het mobiliteitsbudget dan weer verhoogd met 20 %.

Fiscaal statuut mobiliteitsbudget

Het nieuw mobiliteitsbudget krijgt hetzelfde (para)fiscaal statuut als de bedrijfswagen. De gewone RSZ-bijdragen gelden dus niet voor dit bedrag al betaalt de werkgever wel een solidariteitsbijdrage. De werknemer moet dan weer belastingen betalen op een bedrag dat gelijk is aan het belastbare voordeel van alle aard van de ingeleverde wagen op het moment van de inlevering. Dat gebeurt op basis van de formule: cataloguswaarde x degressiviteitscoëfficiënt x 6/7 x CO2-coëfficiënt.



Het bedrag van het mobiliteitsbudget houdt geen rekening met de verminderde waarde van de wagen op het moment dat hij ingeleverd wordt. De belastbare basis doet dat wel. Daarom is het dus in het voordeel van de werknemer om een oudere wagen in te ruilen.

Wordt vervolgd

Het akkoord binnen de federale regering is voorlopig enkel principieel. Zo moeten de afspraken nog op papier gezet worden, volgt er nog een bespreking in de Ministerraad én moet ook de Raad van State nog een advies uitbrengen. Normaal gezien zal de nieuwe regeling ten vroegste begin 2018 van kracht zijn.



Natuurlijk houden we u op de hoogte van de verder ontwikkelingen in dit dossier.