Ondanks telewerk: slechts 1 op de 8 ondernemers overweegt kantoren te verkopen

Impact telewerk

Eind november 2020 voerden we een bevraging uit bij 3.194 Belgische ondernemers in samenwerking met iVox. Daarin polsten we naar de impact van corona, maar ook hoe ondernemers vooruitblikken op een tijd na de crisis. Eén van de topics: hun kantoren. Want nu iedereen zo veel mogelijk thuiswerkt, zou je ervanuit kunnen gaan dat veel ondernemers sterk overwegen om hun kantoren te verkopen of toch minstens kleiner te maken.

Maar uit de bevraging blijkt dat slechts 1 op de 8 ondernemers (12,4%) zegt dat ze overwegen om kantoren en bedrijfspanden op termijn te verkopen of op een andere manier te gebruiken. Meer dan de helft heeft nog geen idee, terwijl 34,6% kantoren en bedrijfspanden sowieso wil houden zoals ze zijn. “Hoewel telewerk in heel wat organisaties goed ingeburgerd is, en ook 1 op de 5 ondernemers zegt dat ze na de crisis zullen blijven inzetten op meer telewerk, zijn weinig ondernemers van plan om hun kantoorruimtes zomaar van de hand te doen”, aldus Bernd Carette, doctor HRM & bedrijfspsychologie en expert telewerk bij Liantis.

War for talent

Maar is dat wel een goede zaak? Want meer telewerk zorgt voor minder verkeer, minder files, minder impact op het milieu… “Deze crisis toont inderdaad aan dat telewerk heel wat opportuniteiten met zich meebrengt. De mogelijkheid hebben om vanuit je home office te werken, betekent dat er meer flexibiliteit is om zelf de dagen in te delen, om de kinderen af te zetten of op te pikken aan school, om een postpakket aan te nemen aan de voordeur…. Veel medewerkers kunnen die flexibiliteit heel erg smaken. Die flexibiliteit structureel verankeren, ook na de coronacrisis, kan dan ook een concurrentieel voordeel betekenen voor bedrijven in de war for talent”, aldus Bernd Carette.

Niet ongelimiteerd

Toch is het een dubbeltje op zijn kant. “Ongelimiteerd telewerken brengt een goede werk-privébalans net in het gedrang. Dit zien we ook in wetenschappelijke studies. Er is een optimaal punt in de hoeveelheid telewerk”, vertelt Bernd Carette. “Eenmaal voorbij dat punt, stellen we een daling vast in de productiviteit van medewerkers. Dat optimaal punt is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder de persoonlijkheid van de individuele medewerker. Zo verschillen mensen van elkaar in de mate van structuur die ze nodig hebben om optimaal te functioneren. De verplaatsing maken naar een kantoor, lunchpauzes nemen met de collega’s en de deur van het kantoor ’s avonds achter zich dicht kunnen trekken, creëert voor bepaalde mensen een vorm van stabiliteit waar ze behoefte aan hebben. Ook de maturiteit van een team en de cultuur van een organisatie spelen een rol in de graad van productiviteit bij het telewerken. Teams die heel open communiceren met elkaar, voelen ook virtueel minder barrières in het samenwerken. Tegelijk is fysieke nabijheid uitstekende lijm voor het creëren van een hecht team. Teams die elkaar regelmatig fysiek zien, zijn sterker gewapend om samen woelige waters te doorzwemmen.”

Kantoren houden

Daarom concluderen we dat het verstandig is om het kantoor nog niet meteen vaarwel te zeggen. “Telewerk en werken op kantoor brengen beide unieke opportuniteiten met zich mee. Het realiseren én optimaliseren van het potentieel van beide werkvormen vereist evenwel een doordacht telewerkbeleid, dat rekening houdt met verschillen tussen medewerkers, leidinggevenden en teams. Organisaties die daarin slagen, zullen er de vruchten van plukken, zowel in hun positie op de arbeidsmarkt, als in hun productiviteit.”