Strengere voorwaarden voor vrijstelling nacht- en ploegenarbeid

De regels voor de toepassing van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing bij nacht- en ploegenarbeid ondergaan grondige wijzigingen. Deze wijzigingen kaderen in de zogenaamde mini-taxshift.

3 minuten leestijd Personeelsbeleid 25 april 2022

Nacht- en ploegenarbeid

Verrichten je medewerkers nacht- of ploegenarbeid? Dan kan je onder bepaalde voorwaarden genieten van een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing. Deze vrijstelling bedraagt 22,8% van de belastbare bezoldigingen (25% bij een volcontinu arbeidssysteem).

Er is sprake van ploegenarbeid als het werk wordt verricht in minstens twee ploegen van minimaal twee werknemers. De werknemers moeten hetzelfde werk doen zowel qua inhoud als qua omvang. Daarnaast moeten ze elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan een vierde van hun dagtaak. Een onderbreking van maximaal vijftien minuten wordt aanvaard.

Bij nachtarbeid moet het gaan om een arbeidsregeling met prestaties tussen 20 uur en 6 uur, met uitzondering van de arbeidsregelingen waarin werknemers uitsluitend prestaties verrichten tussen 6 en 24 uur of waarbij het werk normaal wordt aangevat vanaf 5 uur.

Opsplitsing vrijstelling en cumulverbod: wat zijn de gevolgen?

De vrijstelling wordt voortaan opgesplitst in een vrijstelling voor ploegenarbeid enerzijds en een vrijstelling voor nachtarbeid anderzijds. Voor eenzelfde bezoldiging kan je deze twee vrijstellingen niet meer cumuleren.

Dit heeft onder andere gevolgen voor de berekening van de één derde regel die sinds 1 januari 2022 enkel nog in uren en niet meer in dagen berekend mag worden.

Voor de toepassing van de vrijstelling ploegenarbeid is de regel voortaan dat de betrokken werknemers minstens één derde van hun arbeidstijd in ploegen moeten werken. Je mag voortaan enkel uren meerekenen waarvoor je een ploegenpremie toekent.

De toepassing van de vrijstelling nachtarbeid vereist dan weer dat de betrokken werknemers minstens één derde van hun arbeidstijd ‘s nachts werken. Je mag voortaan enkel uren meerekenen waarvoor je een nachtpremie toekent.

Ook voor de berekening van de vrijstelling zelf heeft deze opsplitsing gevolgen. Als het vrijgesteld bedrag de in te houden bedrijfsvoorheffing overtreft, dan kan het resterende bedrag sinds 2018 naar een andere werknemer overgedragen worden. Tenminste, voor zover deze andere werknemer ook bezoldigingen geniet die in aanmerking komen voor de vrijstelling en er nog ruimte is om een inhouding toe te passen.

Door de nieuwe opsplitsing zal het resterend bedrag van de vrijstelling nachtarbeid dus niet meer kunnen worden overgedragen naar andere werknemers die enkel in aanmerking komen voor de vrijstelling ploegenarbeid, en omgekeerd.

Nieuw: toekennen minimale premie

Vanaf 1 april 2022 is het niet meer voldoende dat er een nacht- of ploegenpremie wordt toegekend. Je zal voortaan een minimale premie moeten toekennen.

Voor de toepassing van de vrijstelling ploegenarbeid moet de ploegenpremie minstens 2% van het contractueel bruto-uurloon bedragen. Ook voor de verhoogde vrijstelling bij een volcontinu arbeidssysteem zal er sprake moeten zijn van een minimale ploegenpremie van 2%. Voor de toepassing van de vrijstelling nachtarbeid is dat zelfs 12%.

Vanaf 1 april 2024 moet de premie daarnaast ook bij cao, in het arbeidsreglement of in de arbeidsovereenkomst, worden vastgelegd.

Uitzendkantoren

Vanaf 1 oktober 2022 kunnen uitzendkantoren, zelfs voor lopende dossiers, enkel nog gebruikmaken van de vrijstelling voor nacht- en ploegenarbeid als zij uitdrukkelijk toestemming kregen van de gebruiker.

Inwerkingtreding

De nieuwe regels worden toegepast vanaf 1 april 2022.