Startschot voor tweejaarlijkse loononderhandelingen is gegeven

Om de twee jaar komen de werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers – de zogenaamde “Groep van 10” - samen om tal van maatregelen te nemen, waarvan de maximale loonmarge veruit de belangrijkste is.

2 minuten leestijd Sociaal statuut 21 januari 2021

Maximale loonmarge

De krijtlijnen van het debat komen voort uit het rapport van de CRB. Die besliste op 14 januari 2021 dat de maximaal beschikbare marge voor loonopslag voor de komende twee jaar 0,4 procent bedraagt. Dat percentage is het resultaat van een marge van 0,9 procent, waar nog een veiligheidsmarge van 0,5 procent wordt afgetrokken. Dat maakt dus een maximaal beschikbare marge voor loonopslag van 0,4 procent.

Interprofessioneel Akkoord 2021 - 2022

Zowel de werkgevers als de vakbonden kunnen nu aan de slag. In de komende weken zullen ze tot een akkoord proberen te komen. Als dat niet lukt, dan kan de regering nog tussenbeide komen en de definitieve beslissing nemen.

Naast de maximale loonmarge, bestaat het Interprofessioneel Akkoord uit tal van andere maatregelen die de werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers kunnen nemen. Het gaat dan om verlengingen en/of aanpassingen van de stelsels van SWT (het vroegere brugpensioen), tijdskrediet en landingsbanen. Er is ook een welvaartsenveloppe voorzien die wordt verdeeld volgens de beslissing van de sociale partners. De enveloppe is bedoeld om de sociale uitkeringen (werkloosheidsuitkeringen, pensioenen en ziekte- en invaliditeitsuitkeringen) te verhogen.

Ondertussen hebben de vakbonden op 19 januari de onderhandelingstafel verlaten. Ze kunnen zich niet akkoord verklaren met de te lage loonmarge van 0,4%. Dit is voor hen geen basis om de onderhandelingen op te starten.

We volgen de onderhandelingen op de voet en brengen je op de hoogte van het eindresultaat.

Relevante artikels

Lees zeker ook ...