Tools & resources
Start vandaag nog als zelfstandige via het online ondernemingsloket van Liantis
Sluit je vandaag nog aan bij het Sociaal Verzekeringsfonds
Sluit je vandaag nog aan bij het sociaal Verzekeringsfonds
Ready, set, go!
Zoek snel de NACE-cijfercode op van de activiteiten die je als ondernemer uitoefent.
Meest gezocht
Zelfstandigen die zich beroepen op artikel 37 (gelijkstelling met bijberoep), liepen tot voor kort het risico om ontvangen uitkeringen te moeten terugbetalen bij de herziening van hun sociale bijdrage. Een recente wetswijziging maakt hier vanaf bijdragejaar 2019 komaf mee.
Wie kiest voor de toepassing van artikel 37, betaalt in principe lage bijdragen, waar geen sociale rechten tegenover staan. Als je een wettelijke of verminderde voorlopige bijdrage betaalt die minstens gelijk is aan de minimumbijdrage voor een zelfstandige in hoofdberoep, dan kan je als zelfstandige met toepassing van artikel 37 echter toch een sociale uitkering ontvangen – net zoals een zelfstandige in hoofdberoep.
Sarah heeft gekozen voor de toepassing van artikel 37. Haar voorlopige bijdrage voor 2019 wordt berekend op een netto belastbaar inkomen van 20.000 euro in 2016. Op 21 juli 2019 wordt Sara arbeidsongeschikt. Op basis van haar wettelijke voorlopige bijdrage, die hoger ligt dan de minimumbijdrage hoofdberoep, heeft ze recht op een ziekte-uitkering.
Van zodra je sociaal verzekeringsfonds je definitief netto belastbaar inkomen kent, wordt je definitieve sociale bijdrage berekend. Als bij deze herziening blijkt dat je uiteindelijke inkomen toch onder de inkomensgrens van artikel 37 ligt, zou art. 37 ‘heropleven’ en zou je teveel betaalde bijdragen terugbetaald krijgen.
Als gevolg daarvan is het mogelijk dat je eigenlijk geen recht meer hebt op de uitkering die je eventueel ontvangen hebt. Deze zou jij op jouw beurt moeten terugbetalen. Om deze scheve situatie in de toekomst te vermijden, werd de regeling van artikel 37 nu aangepast.
Voortaan zal je sociaal verzekeringsfonds je automatisch als een zelfstandige in hoofdberoep beschouwen wanneer je een wettelijke voorlopige bijdrage betaalt die minstens even hoog is als voor een zelfstandige in hoofdberoep.
Op deze manier vermijd je eventuele uitkeringen die je zou ontvangen hebben, te moeten terugbetalen als gevolg van de herziening van je sociale bijdrage.
Deze automatische omschakeling geldt pas vanaf bijdragejaar 2019. Dreig je uitkeringen te verliezen als gevolg van de terugbetaling van bijdragen van 2017 of 2018? Vraag je sociaal verzekeringsfonds dan expliciet om de terugbetaling te beperken tot de minimumbijdrage voor een zelfstandige in hoofdberoep. Zo kan je je uitkeringen alsnog behouden.
Wil je alsnog onder artikel 37 aangesloten blijven, dan moet je hiervoor uiterlijk op 31 december van het bijdragejaar een vermindering van je hoge voorlopige sociale bijdragen aanvragen. Je sociaal verzekeringsfonds moet deze vermindering goedkeuren.
Is dit niet het geval, dan krijg je vanaf 1 januari van dat bijdragejaar het statuut van zelfstandige in hoofdberoep. Dit blijft ook zo wanneer je uiteindelijke inkomen bij de berekening van je definitieve bijdragen onder de inkomensgrens van artikel 37 blijkt te liggen. Wil je hierna toch opnieuw een beroep doen op artikel 37, dan kan dat pas vanaf 1 januari van het volgende bijdragejaar. Je moet dit opnieuw aanvragen bij je sociaal verzekeringsfonds.
Ook wanneer je de toepassing van artikel 37 voor een periode in het verleden aanvraagt, hou je best rekening met het hele plaatje. Krijg je door de toepassing voorlopige bijdragen terugbetaald, dan kunnen eventuele uitkeringen die je ontvangen hebt in het gedrang komen.
Om dit te voorkomen, krijg je bij een retroactieve aanvraag niet zomaar alle bijdragen terugbetaald:
In elk geval zal je sociaal verzekeringsfonds je bijdrage pas effectief terugbetalen bij de herziening.
Relevante artikels
Sociaal statuut 15 maart 2019
Als zelfstandige kan je in het geval van arbeidsongeschiktheid binnenkort sneller op een uitkering van je ziekenfonds rekenen. Lees meer.
Sociaal statuut 04 april 2019
Voortaan krijgen vrouwelijke zelfstandigen de eerste schijf van hun moederschapsuitkering 30 dagen na de eerste dag opgenomen moederschapsrust uitbetaald.
Sociaal statuut 19 februari 2019