Verlenging verjaringstermijn bij sociale fraude

Vanaf 1 januari 2023 wordt de verjaringstermijn in geval van fraude verlengd. Wanneer de RSZ dus een ambtshalve regularisatie uitvoert omdat er bij de werkgever bedrieglijke handelingen of valse of opzettelijk onvolledige aangiftes zijn vastgesteld, bedraagt de verjaringstermijn voortaan 10 jaar in plaats van 7 jaar.

2 minuten leestijd Personeelsbeleid 06 januari 2023

Wat is sociale fraude?

Wanneer we spreken van sociale fraude, dan gaat het over elk misbruik wat betreft het socialezekerheidsrecht, het arbeidsrecht en de sociale bijstand. De werkgever probeert zich hierbij te onttrekken aan de regelgeving en de bijbehorende lasten van de overheid.

Enkele voorbeelden hiervan zijn: het tewerkstellen van een persoon die een werkloosheidsuitkering geniet, valsheid in geschrifte, onjuiste of onvolledige verklaringen betreft de sociale voordelen en bijdragen, illegale tewerkstelling, zwartwerk, enzovoort.

Wat wijzigt er concreet?

De verjaringstermijn waarbinnen de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) een vordering kan instellen, bedraagt 3 jaar vanaf de dag van de opeisbaarheid van de schuldvordering. Wanneer het om sociale fraude gaat, krijgt de RSZ een veel ruimere periode.

In geval van fraude wordt de verjaringstermijn vanaf 1 januari 2023 verlengd. Wanneer de RSZ dus een ambtshalve regularisatie uitvoert omdat er bij de werkgever bedrieglijke handelingen of valse of opzettelijk onvolledige aangiftes zijn vastgesteld, bedraagt de verjaringstermijn voortaan 10 jaar in plaats van 7 jaar. Deze verjaringstermijn start vanaf de dag van de opeisbaarheid van de schuldvordering.

Ook in geval van een bedrieglijke onderwerping aan de sociale zekerheid voor werknemers, beschikt de RSZ over een verjaringstermijn van 10 jaar om tot annulering over te gaan. Deze termijn loopt vanaf de eerste dag van het trimester dat volgt op het trimester waarin de inbreuk zich heeft voorgedaan.

De maatregel treedt vanaf 1 januari 2023 in werking en geldt enkel voor de periodes die op die datum in de huidige regeling nog niet verjaard zijn. Concreet geldt dit dus voor de periodes vanaf het vierde kwartaal 2015.