Versoepeling oprichting gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk

Versoepeling complexe administratieve procedure

In principe ben je als werkgever verplicht om een eigen interne dienst voor preventie en bescherming op het werk te hebben.  

Uitzonderlijk kunnen verschillende werkgevers de toestemming vragen om samen een interne dienst op te richten. Ze moeten hiervoor aan heel wat voorwaarden voldoen en een complexe procedure doorlopen. De doorlooptijd kan daardoor al snel oplopen tot 6 maanden. 

Het nieuw KB doelt in het bijzonder op de versoepeling van de regels omtrent de oprichting van de GIDPBW. Deze versoepeling moet ervoor zorgen dat de interne dienst een grotere toegevoegde waarde kan leveren voor de verschillende organisaties.  

Voor wie?

Het nieuwe KB maakt een onderscheidt tussen grote en kleine GIDPBW’s. Het laat aan kleine groepen van werkgevers voortaan toe om een GIDPBW op te richten zonder dat ze de complexe administratieve procedure moeten doorlopen. Het gaat om maximum 10 werkgevers die samen in totaal maximum 2000 werknemers hebben.  

Voor hen wordt de procedure voor de oprichting van een GIDPBW sterk vereenvoudigd doordat ze niet langer een voorafgaande toelating moeten vragen voor de oprichting. Dit op voorwaarde dat ze voldoen aan de voorwaarden die worden opgelegd in de codex. Het enige dat ze moeten doen, is de oprichting zo snel mogelijk melden aan de algemene directie HUA van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en een actuele lijst van alle betrokken werkgevers overmaken.  

Grote gemeenschappelijke interne diensten (meer dan 10 werkgevers) hebben altijd een voorafgaande toelating nodig. 

Vragen?

Meer details over het verschil tussen grote en kleine GIDPBW’s, de voorwaarden, overgangsbepalingen en de inwerkingtreding van het nieuwe KB, vind je op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.  

Klanten kunnen ook steeds terecht bij hun persoonlijke klantenadviseur voor vragen of advies.