Moederschapsverlof

Als (aanstaande) moeder heeft je medewerkster recht op 15 weken moederschapsverlof. Dit kan ze deels voor en deels na de bevalling gebruiken. Hoe gaat dat in zijn werk?

Wat is moederschapsverlof?

Het moederschapsverlof is het verlof waarop vrouwelijke werknemers recht hebben in de periode rond hun bevalling. Het duurt in principe vijftien weken.

Het prenataal verlof, ook wel zwangerschapsverlof genoemd, is het verlof dat de aanstaande moeder voor de bevalling neemt en dat maximaal zes weken duurt. De rust die begint vanaf de dag van de bevalling, de bevallingsrust of het postnataal verlof, moet minimaal negen weken omvatten. Verwacht je medewerkster een meerling, dan kan het prenataal verlof acht weken duren en kan het postnataal verlof eveneens twee weken langer duren.

Zwangerschapsverlof

Het zwangerschapsverlof mag beginnen vanaf de zesde week voor de vermoedelijke bevallingsdatum. De zwangere werkneemster mag zelf kiezen vanaf wanneer ze haar zwangerschapsverlof opneemt. De dagen die ze niet opneemt kan ze overdragen tot na de bevalling.

Ten laatste zeven weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum bezorgt je werkneemster jou een geneeskundig getuigschrift waaruit deze datum blijkt. Als zij na de voorziene datum bevalt, wordt het zwangerschapsverlof verlengd tot de werkelijke bevallingsdatum.

Vanaf de zevende dag voor de vermoedelijke bevallingsdatum moet de zwangere werkneemster echter thuis blijven. Als ze bevalt voor de voorziene datum gaan de dagen die ze niet meer kan opnemen, verloren.

Wanneer zij een meerling verwacht, mag de zwangere werkneemster zwangerschapsverlof nemen vanaf de achtste week voor de vermoedelijke bevallingsdatum. Het geneeskundig getuigschrift moet ze dan ook negen weken voor die datum aan jou bezorgen.

Voorbeeld

Je werkneemster Silke is zwanger en de vermoedelijke bevallingsdatum is 31 augustus. Haar zwangerschapsrust zal ten vroegste ingaan op 20 juli en ten laatste op 13 juli bezorgt Silke jou een geneeskundig getuigschrift. Ten laatste op 24 augustus stopt Silke met werken.

Zoek je als werkgever meer informatie over moederschapsverlof? Liantis helpt je graag verder!

Sociaal secretariaat

Bevallingsrust

Vanaf de dag van de bevalling mag de moeder gedurende negen weken niet werken. Hierop bestaat geen enkele uitzondering.

Wanneer de werkneemster nog heeft gewerkt op de dag van de bevalling, zal de periode van negen weken bevallingsrust beginnen te lopen de dag na de bevalling.

Wanneer de moeder voor de geboorte niet al haar zwangerschapsverlof opgenomen heeft, kan zij die dagen nemen na de verplichte negen weken bevallingsrust. Het aantal dagen is gelijk aan de periode waarin zij verder heeft gewerkt vanaf de zesde week (achtste week als ze een meerling verwacht) voor de werkelijke bevallingsdatum.

Voorbeeld

Silke bevalt niet zoals voorzien op 31 augustus, maar reeds op 17 augustus. Omdat ze gestopt was met werken op 20 juli kan ze de twee weken zwangerschapsverlof die ze niet opnam, vastklikken aan haar bevallingsrust.

Doet zo’n situatie zich voor, dan moet je deze periode wel verminderen met het aantal dagen dat je medewerkster toch gewerkt heeft tijdens de verplichte rust van zeven dagen voor de werkelijke bevallingsdatum. Dit kan het geval zijn als de werkelijke bevallingsdatum niet samenvalt met de vermoedelijke bevallingsdatum, met andere woorden als het kind te vroeg geboren is. Dit betekent dus dat je werkneemster in totaal ten hoogste vijf weken (zeven weken bij een meerling) kan overgedragen tot na de geboorte.

Sinds 1 april 2009 kunnen werkneemsters die bevallen, onder bepaalde voorwaarden, de laatste twee weken van hun moederschapsverlof omzetten in verlofdagen van postnatale rust. Deze dagen moeten ze opnemen in een periode van acht weken vanaf de hervatting van het werk. De werkneemster maakt voor deze dagen aanspraak op een moederschapsuitkering.

De werkneemster die bevalt zal, onder bepaalde voorwaarden, de laatste twee weken van haar moederschapsverlof in dagen van nabevallingsrust kunnen omzetten. Deze dagen moet zij opnemen binnen een periode van acht weken te rekenen vanaf de werkhervatting. De omzetting is enkel mogelijk wanneer het moederschapsverlof na de verplichte negen weken van nabevallingsrust kan worden verlengd met minstens twee weken (bijvoorbeeld twee weken van prenatale rust die niet werden opgenomen vóór de bevalling).

Een aantal inactiviteitsdagen worden meegerekend als arbeidsdagen: vakantie, klein verlet, feestdagen ...

Moederschapsuitkering

Gedurende het moederschapsverlof ontvangt je medewerkster via het ziekenfonds een moederschapsuitkering. Het bedrag is vastgesteld op een percentage van het salaris. Tijdens de eerste dertig dagen van het moederschapsverlof wordt de uitkering berekend op het volledig salaris. Nadien wordt een geplafonneerd salaris in aanmerking genomen.

Daarvoor stuurt de zwangere werkneemster een medisch getuigschrift met vermelding van de vermoedelijke bevallingsdatum naar haar ziekenfonds. Daarop ontvangt ze van het ziekenfonds een inlichtingenblad, dat gedeeltelijk door haar moet worden ingevuld en gedeeltelijk door de werkgever of de uitbetalinginstelling van werkloosheidsuitkeringen.

Na de bevalling dient zij een geboorteattest aan het ziekenfonds te bezorgen. Op basis van dit attest wordt de einddatum van de moederschapsrust berekend. Binnen de acht dagen na het einde van het bevallingsverlof dient zij een bewijs van werkhervatting aan het ziekenfonds te bezorgen.

Moederschapsbescherming

Natuurlijk wil je je als werkgever zelf zo goed mogelijk voorbereiden op de zwangerschap van een van je werknemers. Dan wil je er zeker van zijn dat haar taken op de werkvloer geen gevaar inhouden.

Daarom is het goed om na te gaan wat moederschapsbescherming precies inhoudt en hoe je je er op kan voorbereiden:

  • Elke werkgever moet preventief een risicoanalyse uitvoeren en een beleid uitstippelen als een medewerkster in dienst treedt, ook al is ze niet zwanger. Kunnen haar taken gevolgen hebben voor haar gezondheid of die van de baby, voor het verloop van een zwangerschap of voor borstvoeding? Alleen onderzoek kan dat uitwijzen. Op basis van de resultaten kan je de nodige preventiemaatregelen voorbereiden. Je kan hiervoor terecht bij de bedrijfsarts en het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW).
  • Is een van je medewerksters zwanger? Dan brengt ze jou het best zo snel mogelijk op de hoogte. Vanaf dat moment treden de voorziene preventiemaatregelen in werking. Bovendien geniet ze wettelijke ontslagbescherming en recht op afwezigheid in bepaalde gevallen. Nadat je het medisch attest hebt ontvangen, contacteer je de externe preventiedienst voor een onderzoek. De bedrijfsarts bezorgt jou en je werkneemster nadien zijn of haar bevindingen.
  • Op basis van de voorbereidende analyse kiest de bedrijfsarts vlot de meest geschikte optie:
    • Tijdelijk de arbeidsomstandigheden of werktijden aanpassen.
    • Tijdelijk andere opdrachten laten uitvoeren.

 

Kan je als werkgever het advies van de bedrijfsarts niet volgen? Dan kan je dit aan het ziekenfonds melden en de medewerkster tijdelijk laten stoppen met werken. De bedrijfsarts geeft tijdens de raadpleging alvast een attest mee, dat je invult als dat nodig blijkt. Je hoeft geen salaris uit te keren. De werkneemster kan namelijk een beroep doen op een uitkering van het ziekenfonds.

  • Nachtwerk en zwanger zijn is geen evidente combinatie. Daarom kan een zwangere medewerkster nachtarbeid weigeren:
    • Vanaf acht weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum, zonder medisch getuigschrift.
    • Altijd met medisch getuigschrift, tot maximaal vier weken na de bevalling.

Een alternatief kan dagarbeid zijn, of – als dat niet kan – de arbeidsovereenkomst tijdelijk schorsen. Dat de werkneemster een ander arbeidsstelsel aanvraagt, behoort ook tot de mogelijkheden.

  • Zonder medisch getuigschrift kan dat vanaf drie maanden vóór tot drie maanden na de geboorte.
  • Met getuigschrift kan dit tijdens de zwangerschap of vanaf drie maanden na de bevalling.
  • Overwerk laat de wet niet toe tijdens de zwangerschap of borstvoedingsperiode. Uitzonderingen zijn er voor medewerksters met een vertrouwenspost of in een leidinggevende functie.
  • Heb je speciale maatregelen genomen voor een zwangere medewerkster? Dan moet ze wanneer ze terug aan de slag gaat een medisch onderzoek ondergaan uiterlijk acht dagen na de werkhervatting.
  • Sommige werkneemsters hebben recht op lactatieverlof. De risicoanalyse spoort niet alleen risico’s tijdens de zwangerschap op, maar houdt ook rekening met gevaren in de borstvoedingsperiode. Lukt het niet om, tot maximaal vijf maanden na de geboorte, risicovrij werk aan te bieden? Alleen dan is lactatieverlof een optie. Het ziekenfonds komt tussenbeide. Lactatieverlof is dus niet hetzelfde als borstvoedingsverlof. Bij dat laatste gaat het immers om onbezoldigd verlof (tenzij een cao het anders bepaalt), waarvoor toestemming van de werkgever vereist is.