Wat zijn de tarieven van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk?

De tarieven voor externe diensten voor preventie en bescherming op het werk hangen af van het aantal medewerkers, van je hoofdactiviteit van je bedrijf en van de risico’s in je onderneming. Als werkgever betaal je op basis daarvan een jaarlijks forfaitair minimumbedrag. Maar wat krijg je in ruil?

Hoe wordt het tarief voor preventie en bescherming bepaald?

Sinds 2016 geldt een nieuw systeem om de tarieven te bepalen voor externe diensten voor preventie en bescherming op het werk. Met het nieuwe systeem wil de wetgever meer transparantie creëren in de tarieven. Bovendien ligt de nadruk niet alleen meer op het periodiek gezondheidstoezicht, maar ook op risicoanalyses en het voorstellen van preventiemaatregelen op vlak van veiligheid, ergonomie of psychosociale aspecten.

In principe betaal je per werknemer een bepaald bedrag aan je externe dienst. Indien een werknemer geen volledig kalenderjaar in dienst was, dan betaal je een minimumbedrag op basis van de effectieve tewerkstelling (per begonnen maand). Als de EDPBW voor deze medewerker echter een individuele prestatie leverde, bijvoorbeeld een medisch onderzoek of een psychosociale interventie, dan betaalt de werkgever wel het volledige minimumbedrag.

Hoeveel betaal ik per medewerker?

Om te weten hoeveel je nu precies per werknemer betaalt, is het goed te kijken naar de tariefgroep waartoe je onderneming behoort. Op basis van de NACE-codes onderscheiden we vijf tariefgroepen. Deze weerspiegelen het risiconiveau van de hoofdactiviteit van je onderneming. Hoe hoger het risico, hoe hoger het minimumbedrag per werknemer.

De onderstaande bijdragen zijn geldig voor werkgevers van groep A, B, C of D met meer dan vijf werknemers. Werkgevers met minder dan zes werknemers of de zogenaamde micro-ondernemingen genieten een verlaagde bijdrage. De bedragen zijn aangepast aan de indexering en zijn van toepassing voor het kalenderjaar 2023.

Bijdrage

Activiteiten

Tariefgroep 1
 

52,63

euro

Uitgeverijen, computeractiviteiten, financiële activiteiten en verzekeringen, diensten i.v.m. gebouwen, onderwijs (behalve hoger onderwijs en beroepsopleiding)…

Tariefgroep 2

76,73

 euro

Interimwerk, architecten, ingenieurs en aanverwante technische adviseurs, landschapsverzorging, administratieve instellingen, hoger onderwijs en beroepsopleiding, verenigingen…

Tariefgroep 3

95,75

 euro

Groot- en kleinhandel, opslag, beveiliging, beschutte en sociale werkplaatsen, openbaar bestuur (behalve gemeenten, OCMW en onderwijs)…

Tariefgroep 4

121,11

 euro

Voeding en drank, textiel, houtindustrie, drukkerij en papier, farmacie, metaal, elektrische apparaten, meubelen, transport, maatschappelijke dienstverlening zonder huisvesting, gemeentebesturen (behalve OCMW en onderwijs)…

Tariefgroep 5

142,04

euro

Visserij, delfstoffen, chemie, rubber, afval, bouwnijverheid, gezondheidszorg, maatschappelijke dienstverlening met huisvesting, OCMW, politie, brandweer en overige openbare orde en civiele veiligheid…

Voorbeeld

Een onderneming vervaardigt meubelen en telde vorig jaar op 30 november 225 werknemers. De hoofdactiviteit ‘meubelen vervaardigen’ behoort tot tariefgroep 4. Dat wil zeggen dat de werkgever voor elke werknemer die een volledig kalenderjaar in dienst was

121,11

euro dient te betalen. 225 werknemers x 

121,11

euro betekent een totaal minimumpreventiebudget van 27.249,75 euro.

Wat krijg ik in ruil?

Welke prestaties je externe dienst moet leveren in ruil voor dit minimumpreventiebudget is afhankelijk van de grootte van je bedrijf, de aanwezige risico’s en de vorming van je interne preventieadviseur.

Mijn onderneming behoort tot het forfaitair systeem

Bedrijven die geen preventieadviseur niveau I of II in dienst moeten hebben, vallen onder het forfaitair systeem. Voor hen is een basispakket aan externe diensten vastgelegd. Tot deze groep behoren de micro-ondernemingen en de bedrijven uit groep C- en D. Bij C- gaat het om een bedrijf dat tot categorie C behoort met een preventieadviseur met basiskennis.

Lees meer over het basispakket in het forfaitair systeem

Mijn onderneming behoort tot het budgettair systeem

Bedrijven met een preventieadviseur niveau I of II werken niet met een vastgelegd basispakket. Het minimumpreventiebudget vertalen ze eerst in preventie-eenheden om daarna ‘à la carte’ te besteden aan prestaties van de externe dienst. Tot dit budgettair systeem behoren de bedrijven uit groep A, B en C+. Bij C+ gaat het om een bedrijf dat tot categorie C behoort, maar wel een preventieadviseur niveau I of II in dienst heeft.

Lees meer over de dienstverlening in het budgettair systeem

Nood aan ondersteuning door een EDPBW? Liantis helpt je graag verder!

Lees meer