Meewerkende echtgenoot van een zelfstandige

Voor meewerkende echtgenoten biedt het maxistatuut een volwaardig sociaal statuut. Je geniet onder andere van een ziekte- en invaliditeitsverzekering, gezinsbijslag en pensioen. Daartegenover staat dat je sociale bijdragen moet betalen. We leggen je graag uit wat je rechten en plichten als meewerkende echtgenoot zijn.

Statuut meewerkende echtgenoot: wat is het?

Als je je partner (waarmee je wettelijk samenwoont of gehuwd bent) bijstaat of vervangt in diens eenmanszaak, ben je een meewerkende echtgenoot. Heb je zelf geen volwaardig eigen sociaal statuut, dan moet je je voor deze hulp aansluiten als meewerkende echtgeno(o)t(e).

Voorbeeld

Carla heeft een goed draaiende dokterspraktijk en kan extra hulp goed gebruiken. Haar man Paul zet zijn huidige functie stop en stapt als meewerkende echtgenoot in de praktijk om Carla administratief bij te staan.

Ben je wettelijk samenwonend en heb je wel een volwaardig sociaal statuut, bijvoorbeeld als loontrekkende, dan ben je – in tegenstelling tot gehuwde partners – nog altijd verplicht om je aan te sluiten bij een sociaal verzekeringsfonds. In dit geval sluit je je echter niet aan als meewerkend echtgenoot, maar wel als zelfstandige in bijberoep.

Ben je wettelijk samenwonende en heb je een volwaardig statuut als vastbenoemd leerkracht? Dan kan je maar als zelfstandige in bijberoep aansluiten op voorwaarde dat je tewerkstelling als vastbenoemd leerkracht minstens 60% van een voltijdse tewerkstelling bedraagt.

  • Ligt je tewerkstelling tussen de 50% en de 60%, dan moet je als zelfstandige in hoofdberoep aansluiten. Je hebt wel de mogelijkheid om de gelijkstelling met een bijberoep aan te vragen en op die manier toch verminderde of zelfs helemaal geen bijdragen te betalen.
  • Ben je voor minder dan 50% tewerkgesteld, dan moet je aansluiten als meewerkende echtgenoot.
Meewerkende echtgenoot

Bezoldiging

Je partner kan in de belastingaangifte een deel van het bedrijfsinkomen aan je toewijzen als 'bezoldiging van de meewerkende echtgenoot'. Dit levert meestal een fiscaal voordeel op. De bezoldiging moet in lijn liggen met wat je als echtgenoot presteert. De fiscus aanvaardt standaard een bezoldiging tot 30% van het bedrijfsinkomen.

Enkel wanneer je als meewerkende echtgenoot aantoonbaar verantwoordelijk bent voor meer dan 30% van het inkomen, kan je de bezoldiging optrekken tot meer dan 30% van het bedrijfsinkomen. Ben je aangesloten in het maxistatuut? Dan wordt deze bezoldiging fiscaal gezien als je eigen beroepsinkomen waarvan je je eigen beroepskosten mag aftrekken.

Ben je aangesloten in het ministatuut (geboren vóór 1956), dan kan er fiscaal een ‘toekenning’ gebeuren die niet als een eigen beroepsinkomen gezien wordt. Je accountant kan je adviseren over hoe je je bezoldiging het best optimaliseert.

Voorbeeld

Paul is aangesloten in het maxistatuut. In de belastingaangifte wordt 30% van het brutoberoepsinkomen van Carla als bezoldiging toegewezen aan Paul. De fiscus beschouwt deze bezoldiging als beroepsinkomen van Paul. Hij kan hier eigen beroepskosten van aftrekken. Wanneer Paul beslist om aan pensioensparen te doen via een Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen, kan hij de premies eveneens aftrekken als beroepskost.

Meewerkende echtgenoot in een vennootschap

Aansluiten als meewerkende echtgenoot kan alleen als je je partner helpt in zijn of haar eenmanszaak. Help je je partner in zijn of haar vennootschap, dan kan je nooit een meewerkende echtgenoot zijn en moet je je aansluiten in hoofd- of bijberoep.

Maxistatuut en ministatuut

Het maxistatuut is automatisch van toepassing op meewerkende echtgenoten die geboren zijn na 1955. Je bent dan op dezelfde manier verzekerd als een zelfstandige in hoofdberoep (pensioen, gezondheidszorgen, arbeidsongeschiktheid, gezinsbijslag, moederschapshulp, overbruggingsrecht, mantelzorg).

Je kan ook deelnemen aan het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ). De premies die je in het kader van een VAPZ betaalt, zijn net zoals de sociale bijdragen fiscaal aftrekbaar als beroepskost.

Het ministatuut zal op den duur verdwijnen, gezien dit statuut enkel nog van toepassing is op meewerkende echtgenoten geboren vóór 1956. De sociale bijdragen in het ministatuut zijn zeer laag, waardoor er alleen sociale rechten worden opgebouwd voor uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid. Er is dus geen pensioenopbouw. Het is wel mogelijk om vrijwillig te kiezen voor het maxistatuut om zo te genieten van een volwaardig sociaal statuut.

Hoeveel sociale bijdragen betaal ik als meewerkende echtgenoot?

Als meewerkende echtgenoot betaal je ieder kwartaal een bijdrage aan je sociaal verzekeringsfonds.

Ben je aangesloten in het maxistatuut, dan worden de sociale bijdragen berekend op je netto belastbaar inkomen van het jaar zelf. Omdat dit inkomen niet direct gekend is, geldt een verplichte voorlopige bijdrage van minimaal 394,61 euro per kwartaal. Dit bedrag wordt herzien zodra je jaarinkomen gekend is.

Je definitieve bijdrage is een percentage van je werkelijke jaarinkomen. Ligt dat lager dan 8.430,72, dan wordt je voorlopige minimumbijdrage definitief. Ligt dit inkomen hoger, dan geldt er een bijdrage van:

  • 20,50% op je inkomen tot 72.810,95 euro
  • 14,16% op je inkomen tussen 72.810,95 euro en 107.300,30 euro
  • Op je inkomen boven 107.300,30 euro betaal je geen sociale bijdragen.

Welke rechten bouw ik op als meewerkende echtgenoot?

Als meewerkende echtgenoot zorg je door betaling van je eigen sociale bijdragen voor je eigen sociale rechten zoals pensioen en ziekteverzekering. Hierbij bestaat een onderscheid tussen meewerkende echtgenoten met een mini- en een maxistatuut. Via het ministatuut bekom je enkel uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid. Hier geldt geen pensioenopbouw.

Het overgrote deel van de meewerkende echtgenoten is aangesloten in het maxistatuut. Zij genieten dezelfde sociale bescherming als zelfstandigen in hoofdberoep.

Je wordt ziek (ziekteverzekering en arbeidsongeschiktheid)

Het ziekenfonds vergoedt je ziektekosten en betaalt je bij arbeidsongeschiktheid een vervangingsinkomen uit. Je ziekenfonds betaalt onder meer je raadplegingen bij de dokter, tandarts, specialist, voorgeschreven geneesmiddelen en ziekenhuisverpleging terug. Zelf betaal je enkel het remgeld.

Voorbeeld

Na enkele jaren wordt Paul ziek en ondergaat hij een reeks van medische ingrepen die hem een half jaar buiten strijd stellen. Dankzij zijn statuut van meewerkende echtgenoot ontvangt hij een vervangingsinkomen en krijgt hij zijn medische kosten terugbetaald.

Je kan aanspraak maken op een arbeidsongeschiktheidsuitkering vanaf de eerste dag van arbeidsongeschiktheid als je minstens 8 dagen arbeidsongeschikt bent, je arbeidsongeschiktheid door je ziekenfonds erkend wordt én je in orde bent met je sociale bijdragen.

Je adopteert een kind

Voldoe je aan bepaalde voorwaarden, dan heb je recht op adoptieverlof met daaraan gekoppeld een adoptie-uitkering en een adoptiepremie.

Lees meer

Je gaat tijdelijk mantelzorg geven

Onderbreek je je zelfstandige activiteit minstens één maand om te zorgen voor een ernstig ziek gezins- of familielid, palliatieve zorgen te verlenen aan een gezins- of familielid of te zorgen voor je kind met een beperking? Dan kan je aanspraak maken op een uitkering als mantelzorger en eventueel een vrijstelling van je sociale bijdragen.

Lees meer

Je zet je zelfstandige activiteit stop

Afhankelijk van je situatie en de reden van stopzetting, kan je als zelfstandige mogelijk beroep doen op het overbruggingsrecht, een werkloosheidsuitkering genieten of kiezen voor de voortgezette verzekering.

Lees meer

Je gaat met pensioen

Elke kwartaalbijdrage levert je een stukje wettelijk pensioen op.

Lees meer