Referentie
CAO 4/9/17, reg.nr. 142093, geldig van 1/8/17 voor onbepaalde duur, CAO 4/9/17, reg.nr. 142094, geldig van 1/1/18 voor onbepaalde duur, CAO 19/12/19, reg.nr. 157053, geldig van 23/10/19 voor onbepaalde duur, vervangen door CAO 17/12/20, reg.nr. 163736, geldig van 23/10/19 voor onbepaalde duur
Indeling
VOORAFGAANDE OPMERKINGEN
- De functies geven recht op het overeenstemmend loon in zoverre dat zij in hoofdzaak zowel voltijds als deeltijds worden uitgeoefend.
- Bij de aanwerving kan er gedurende de proef een stage in de onmiddellijk lagere categorie worden opgelegd aan de bedienden die geen jaar ondervinding in de functie hebben; deze bepaling is evenwel niet toepasselijk op de bedienden gebonden door een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd of bepaald werk.*
- Het is wenselijk bij de indiensttreding de uit te voeren taak vast te stellen in een geschreven arbeidsovereenkomst die door beide partijen wordt ondertekend. Elke wijziging van functie moet er eveneens in opgenomen worden.*
- De opgesomde functies gelden enkel als voorbeeld.
- De werkgever moet de bediende schriftelijk inlichten tot welke categorie hij behoort en hem iedere categoriewijziging meedelen.
- Om de anciënniteit voor de loonschaal in de onderneming te berekenen wordt rekening gehouden met het laatste jaar binnen een middenstandsleerovereenkomst en dit in dezelfde onderneming.
- De loonschalen zijn afhankelijk van het totaal aantal verkooppersoneelsleden en winkelkassiers :
de eerste groep
de tweede groep
Om te bepalen of een onderneming tot de eerste of de tweede groep behoort, moet volgende in acht genomen worden :
! Leerlingen met een erkende middenstandsleerovereenkomst en personeel in het alternerend leren & werken tewerkgesteld worden NIET beschouwd als verkooppersoneel noch als winkelkassiers.
! Deeltijds verkooppersoneel en/of winkelkassiers komen als hele of halve eenheid in aanmerking naargelang in de arbeidsovereenkomst een arbeidsduur van meer of minder dan de 1/2 van de wekelijkse arbeidsduur bedongen is.
8. In de lonen wordt een onderscheid gemaakt tussen de werkgevers met minder dan 20 werknemers, en de werkgevers met 20 werknemers en meer. Om uit te maken of een werkgever 20 of meer werknemers tewerkstelt, moet men het gemiddelde berekenen van de tewerkstelling tijdens het 4de kwartaal van het ‘kalenderjaar – 2’ en het 1ste tot en met het 3de kwartaal van het ‘kalenderjaar – 1’. Het gemiddelde wordt verkregen door het totaal aantal werknemers in dienst op het einde van ieder van de bedoelde kwartalen te delen door het aantal kwartalen waarvoor een aangifte werd ingediend.
Bij het eerste jaar tewerkstelling is het in aanmerking te nemen aantal het aantal werknemers tewerkgesteld op de laatste dag van het eerste burgerlijk kwartaal waarvoor betrokken onderneming een aangifte bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid heeft ingediend.
9. KENNIS EN GEBRUIK VAN MEERDERE TALEN
De minimum maandlonen moeten worden beschouwd als overeenstemmend met het gebruik van één enkele taal.
De vereiste van de kennis of het gebruik in de uitoefening van een functie van meer dan één taal, rechtvaardigt niet de overgang naar een hogere categorie als de aard van de functie zelf er niet door wordt gewijzigd, maar het past ermee rekening te houden bij het vaststellen van het loon.
10. BEDIENDEN DIE VOLLEDIG OF GEDEELTELIJK MET COMMISSIELONEN WORDEN BELOOND
De volledig of gedeeltelijk met commissieloon beloonde bedienden kunnen elke maand aanspraak maken op de minimumloonschalen. De loonaanvullingen, welke hierdoor, eventueel, door de werkgever moeten worden betaald kunnen ambtshalve van het brutoloon van de volgende maanden worden afgehouden zodra en in de mate dat dit laatste deze minima overschrijdt.
Deze voorschotten zijn niet meer terugvorderbaar na het afsluiten van de jaarlijkse rekeningen, noch bij het einde van de arbeidsovereenkomst voor bedienden.
BEROEPSCATEGORIEEN
ADMINISTRATIEF PERSONEEL
EERSTE CATEGORIE
Voor zover de bediende minder dan 12 maanden anciënniteit heeft in de onderneming (< 20 werknemers) of voor zover de bediende geen 6 maanden anciënniteit heeft in de onderneming (≥ 20 werknemers). Sedert 2018: voor zover de bediende geen 6 maanden anciënniteit heeft in de onderneming.
TWEEDE CATEGORIE
TWEEDE CATEGORIE BIS (enkel voor werknemers behorend tot loongroep II)
De winkelkassier met 4 jaar ervaring en met 5 jaar anciënniteit in de onderneming in de functies van verkoper of winkelkassier.
DERDE CATEGORIE
VIERDE CATEGORIE
VIJFDE CATEGORIE enkel in ondernemingen van de 2de groep
VERKOOPPERSONEEL
EERSTE CATEGORIE
Voor zover de bediende minder dan 12 maanden anciënniteit heeft in de onderneming (< 20 werknemers) of voor zover de bediende geen 6 maanden anciënniteit heeft in de onderneming (≥ 20 werknemers). Sedert 2018: voor zover de bediende geen 6 maanden anciënniteit heeft in de onderneming.
TWEEDE CATEGORIE
TWEEDE CATEGORIE BIS (enkel voor werknemers behorend tot loongroep II)
De verkoper met 4 jaar werkervaring en met 5 jaar anciënniteit in de onderneming in de functies van verkoper of winkelkassier.
DERDE CATEGORIE
A° eerste verkoper (andere dan voorzien in de 4de categorie) = verkoper die de werkgever, de filiaalhouder of de afdelingschef regelmatig bijstaat in de organisatie van de verkoop door namelijk het werk van het verkooppersoneel te coördineren.
B° helper-etalagist-decorateur
C° meer-gekwalificeerde verkoper = verkoper met 3 jaar verkoopservaring in de branche en in hetzelfde bedrijf en die tegelijk aan volgende vereisten voldoet : hij heeft een grondige kennis van de verkooptechnieken en verkoopt artikelen waarbij een uitgebreide verkoopargumentatie moet worden aangevoerd in een gespecialiseerde winkel of afdelingen met diensten waar de handelsactiviteit onder meer bestaat uit de verkoop van niet alledaagse artikelen zoals :
DIT BETEKENT DUS dat verkoopspersoneel met 3 jaar verkoopservaring in de eigen gespecialiseerde zaak (bv kledingboetiek) en die klanten adviseren, in categorie 3 moeten worden ondergebracht. Daarentegen wordt een verkoper in een supermarkt waar ook non-food (kledij) wordt verkocht meestal niet onder categorie 3 geplaatst, vermits er doorgaans geen verkoopsgesprek mee gepaard gaat.
D° de handelsvertegenwoordiger met minder dan 3 jaar ervaring
! In een winkel waar het verkooppersoneel werkt zonder bestendig toezicht van de werkgever, van een lid van het kaderpersoneel of van een filiaalhouder moet één van de verkopers tenminste worden geklasseerd in de derde categorie.
VIERDE CATEGORIE
VIJFDE CATEGORIE
verkoopchef, slechts in de ondernemingen uit de tweede groep
FILIAALHOUDERS
De filiaalhouder = bediende die zonder bestendig toezicht noch dagelijkse controle van de werkgever, de verantwoordelijkheid draagt van het dagelijks beheer van een winkel, wat tegelijk inhoudt administratieve taken, organisatie van het werk, verantwoordelijkheid van de tekorten in voorraad en kas en de algemene organisatie van de verkoop (voorraad, assortiment, klanten).
Onder 'bestendig toezicht' moet worden verstaan de regelmatige aanwezigheid in de verkoopplaats, van de werkgever of van een lid van het kaderpersoneel belast met bedoeld toezicht.
CATEGORIE I FILIAALHOUDERS
Filiaalhouders die alleen voor de verkoop instaan en bij hun werkplaats een woonst genieten ten laste van de werkgever, wordt het toepasselijke minimummaandloon van categorie I toegekend.
Dit bedrag wordt verhoogd met een commissieloon dat ten minste 3 % bedraagt van de schijf van het gemiddeld maandelijks omzetcijfer hoger dan 9.710,05 EUR en dit tot dit verhoogde bedrag het minimummaandloon van categorie II bereikt.
Dit laatste bedrag vertegenwoordigt in dat geval het minimum maandloon van de filiaalhouder.
CATEGORIE II FILIAALHOUDERS
Filiaalhouders die alleen voor de verkoop instaan en bij hun werkplaats geen woonst genieten ten laste van de werkgever, wordt het toepasselijke minimummaandloon van categorie II toegekend.
CATEGORIE III FILIAALHOUDERS
Wanneer in het filiaal 1 tot en met 10 verkooppersoneelsleden en/of winkelkassiers zijn tewerkgesteld, wordt aan de filiaalhouder in elk geval het toepasselijke minimummaandloon van categorie III toegekend.
CATEGORIE IV FILIAALHOUDERS
Wanneer in het filiaal 11 tot en met 20 verkooppersoneelsleden en/of winkelkassiers zijn tewerkgesteld, wordt aan de filiaalhouder in elk geval het toepasselijke minimummaandloon van categorie IV toegekend.
CATEGORIE V FILIAALHOUDERS
Wanneer in het filiaal meer dan 20 verkooppersoneelsleden en/of winkelkassiers zijn tewerkgesteld, wordt aan de filiaalhouder in elk geval het toepasselijke minimummaandloon van categorie V toegekend.
Ten einde vast te stellen of het loon van de filiaalhouder de vastgestelde minimumbedragen bereikt, wordt er rekening gehouden zowel met het vast en veranderlijk loon als met de eventueel andere voordelen in natura.
In het geval dat het baremaloon van de filiaalhouder lager ligt dan het loon van de gekwalificeerde eerste verkoper, moeten ook het variabel loon en de eventuele andere voordelen van allerlei aard in rekening worden gebracht. Ligt het samengestelde loon van de filiaalhouder op dat moment nog lager dan de gekwalificeerde eerste verkoper, wordt het (samengestelde) loon van de filiaalhouder opgetrokken tot dat baremaloon.
*: wordt niet meer vermeld in de cao van 4/9/17.