Circulaires

Ervaringsbarema's

Referentie

(CAO 4/9/17, reg.nr. 142302, geldig vanaf 1/8/17 voor onbepaalde duur, CAO 5/2/18, geldig van 1/8/17 voor onbepaalde duur en CAO 28/3/18, reg.nr. 145928, geldig van 1/8/17 voor onbepaalde duur, vervangen door CAO 19/12/19, reg.nr. 157189, geldig van 23/10/19 voor onbepaalde duur, vervangen door CAO 17/12/20, reg.nr. 163734, geldig van 23/10/19 voor onbepaalde duur)

De nieuwe ervaringsbarema’s, met als aanvangsloon 0 jaar ervaring, komen overeen met de oude leeftijdsbarema’s, met als aanvangsloon 21 jaar:

Leeftijdsbarema 21 jaar =    ervaringsbarema 0 jaar

    Leeftijdsbarema 22 jaar =    ervaringsbarema 1 jaar

    .....

    Leeftijdsbarema 45 jaar =     ervaringsbarema 24 jaar (= 45 – 21)

De ervaringscurve is gecreëerd op basis van een indiensttreding op 21 jaar.

Bijgevolg wordt de beroepservaring en de gelijkgestelde periodes vóór de leeftijd van 21 jaar niet meegeteld bij de bepaling van het toepasselijke ervaringsbarema.

Sedert 1/8/17 dienen de beroepservaring en de gelijkgestelde periodes vóór de leeftijd van 21 jaar wel meegeteld te worden bij de bepaling van het ervaringsbarema.

Zonder afbreuk te doen aan de anciënniteitsvereisten wordt het aantal jaren vereiste beroepservaring voor elke categorie als volgt bepaald:

0 jaar voor een bediende categorie 1

0 jaar voor een bediende categorie 2

4 jaar voor een bediende categorie 2bis

2 jaar voor een bediende categorie 3

4 jaar voor een bediende categorie 4

4 jaar voor een bediende categorie 5

Inschaling van de werknemers die op 30/06/2010 in dienst zijn

(CAO 4/9/17, reg.nr. 142302, geldig van 1/8/17 voor onbepaalde duur)

De nieuwe ervaringsbarema’s, met als aanvangsloon 0 jaar ervaring, komen overeen met de oude leeftijdsbarema’s, met als aanvangsloon 21 jaar:

Leeftijdsbarema 21 jaar =    ervaringsbarema 0 jaar

    Leeftijdsbarema 22 jaar =    ervaringsbarema 1 jaar

    .....

    Leeftijdsbarema 45 jaar =     ervaringsbarema 24 jaar (= 45 – 21)

De ervaringscurve is gecreëerd op basis van een indiensttreding op 21 jaar.

Bijgevolg wordt de beroepservaring en de gelijkgestelde periodes vóór de leeftijd van 21 jaar, waarvoor het jongerenbarema geldt, niet meegeteld bij de bepaling van het toepasselijke ervaringsbarema.

Zonder afbreuk te doen aan de anciënniteitsvereisten wordt het aantal jaren vereiste beroepservaring voor elke categorie als volgt bepaald:

0 jaar voor een bediende categorie 1

0 jaar voor een bediende categorie 2

4 jaar voor een bediende categorie 2bis

2 jaar voor een bediende categorie 3

4 jaar voor een bediende categorie 4

4 jaar voor een bediende categorie 5

 

Inschaling van de werknemers die ten vroegste vanaf 01/07/2010 in dienst treden

Beroepservaring

 Vanaf het aanvangsloon verhogen de minimum maandlonen naargelang de ervaring van de werknemer toeneemt en volgens het schema dat in het ervaringsbarema is bepaald.

Beroepservaring is de ruimere term die het volgende omvat:

  • zowel de effectieve en gelijkgestelde professionele werkervaring bij de werkgever waar de bediende in dienst is, evenals de periodes van effectieve en gelijkgestelde beroepsprestaties die de bediende voor de indiensttreding verworven heeft als werknemer, zelfstandige of als statutair ambtenaar;
  • technische kennis en levenservaring als loyaliteit aan de onderneming.

Voor de toekenning van ervaringsjaren wordt geen onderscheid gemaakt tussen voltijdse of deeltijdse prestaties.

Gelijkgestelde periodes  

Aangezien de beroepservaring niet enkel in het kader van een arbeidsbetrekking maar ook levenslang wordt verworven, komen de sociale partners overeen om met de ervaring volgende zaken gelijk te stellen:

  • alle periodes binnen een professioneel milieu (o.a. interims, stages, bepaalde duurcontracten, zelfstandig werk, vrijwilligerswerk, ...) met uitzondering van de tewerkstelling in het kader van een studentenovereenkomst.  De in de overige lidstaten van de Europese Unie voor de werknemer toepasselijke periodes van gelijkstelling zullen op dezelfde manier erkend worden;
  • de eventuele jaren van legerdienst;
  • alle periodes van contractschorsing (tijdskrediet, moederschapsverlof, thematische verloven, ...); evenals de periodes die gedekt zijn door de sociale zekerheid en de sociale wetgeving (werkloosheid, ziekte-invaliditeit...);
  • alle studieperiodes vanaf 21 jaar;

alle periodes van inactiviteit omwille van familiale motieven

Bepaling van de beroepservaring bij aanwerving  

Op het ogenblik van de indiensttreding wordt het baremaloon van de bediende vastgesteld in overeenstemming met het beroepservaringsbarema van de klasse waartoe zijn functie behoort en op basis van de beroepservaring.  

De som van de beroepservaringsperiodes en gelijkgestelde periodes wordt uitgedrukt in jaren en maanden.

De eerste baremieke verhoging na de indiensttreding zal gebeuren op de eerste dag van de maand nadat de bediende het eerstvolgende jaar beroepservaring heeft bereikt.

Voor de aanrekening van beroepservaring mag geen enkele gelijkstellingsperiode gecumuleerd worden met een periode van beroepsactiviteit of met een andere gelijkstellingsperiode.

In geval bij de indiensttreding het aantal jaren beroepservaring hoger ligt dan het vereist aantal jaren van het aanvangsbarema voor deze categorie, heeft de werkgever voor de categorieën 3 tot 5 de mogelijkheid de bedienden aan te werven tegen het aanvangsbarema voor ervaringsjaar 0 van deze categorie, namelijk:

  • ervaringsjaar 2 in de derde categorie
  • ervaringsjaar 4 in de vierde en de vijfde categorie

Het ervaringsbarema dat met hun aantal jaren beroepservaring overeenstemt, moet evenwel geleidelijk worden bereikt met jaarlijkse gelijke schijven en dit uiterlijk:

  • 1 jaar na de indiensttreding, indien de bediende minder dan 10 jaar beroepservaring heeft bij de indiensttreding;
  • 2 jaar na de indiensttreding, indien de bediende meer dan 10 maar minder dan 15 jaar beroepservaring heeft bij de indiensttreding;
  • 3 jaar na de indiensttreding, indien de bediende meer dan 15 jaar beroepservaring heeft bij de indiensttreding.

Het is wenselijk dat deze modaliteiten nauwkeurig in de schriftelijke overeenkomst worden omschreven.

Evolutie binnen het systeem: de jaarlijkse baremieke verhogingen  

De sectorale baremieke verloning van de werknemer zal evolueren volgens de ervaringscurve tot op het moment dat hij het maximum heeft bereikt. Wanneer de periode van beroepservaring met 12 maanden is toegenomen sinds de laatste baremieke verhoging, stijgt het baremaloon van de bediende met een beroepservaringsjaar volgens de baremaschaal op de eerste dag van de daaropvolgende maand.

In geval van verandering van categorie, zal de werknemer verplaatst worden naar de ervaringscurve die overeenkomt met zijn nieuwe categorie, rekening houdend met zijn verworven ervaring.

Status

Even geduld...