Grensoverschrijdend telewerk: vanaf 1 juli soepeler kader sociale zekerheid

Vanaf 1 juli kunnen grensarbeiders die voor een buitenlandse werkgever werken onder bepaalde voorwaarden makkelijker telewerken. Een nieuwe kaderovereenkomst bepaalt dat het land waar de werkgever gevestigd is, bevoegd blijft voor de sociale zekerheid van de medewerker als die meer dan 25% telewerkt in zijn of haar thuisland. Hierdoor kan de medewerker zelfs tot 49% van de tijd telewerken.  

3 minuten leestijd Personeelsbeleid 05 juli 2023

Basisprincipe

Normaal zijn werknemers sociaal verzekerd in het land waar ze werken. Maar wanneer ze minstens voor 25% in hun woonland (een EU-EER-lidstaat) telewerken, dan verschuift de sociale zekerheid naar dat woonland.  

Vanaf 1 juli 2023 kan het land waar de medewerker werkt hier in bepaalde situaties voor bevoegd blijven en dus niet meer het woonland. Deze uitzondering is enkel mogelijk als de betrokken landen dit kaderakkoord ondertekenen en alle voorwaarden voldaan zijn. 

Context

De coronacrisis verplichtte vele werknemers om van thuis te werken. Ook grensarbeiders bleven vaak in hun thuisland werken. Omdat er slechts één sociaalzekerheidsstelsel van toepassing kan zijn én werknemers plots meer dan 25% in de woonstaat werkten, bracht dit in theorie een verschuiving van het toepasselijke socialezekerheidsstelsel met zich mee.  

Verschillende lidstaten, waaronder België, sloten daarom akkoorden met hun buurlanden om deze gevolgen (tijdelijk) te neutraliseren. Er veranderde niets aan het toepasselijke socialezekerheidsstelsel.   

Omdat deze akkoorden ondertussen afliepen en het telewerk een gevestigde waarde werd, was er nood aan een definitieve oplossing. En dat kwam er met het kaderakkoord dat op 1 juli 2023 inging.

Keuzemogelijkheid vanaf 1 juli 

Het kaderakkoord voorziet vanaf 1 juli 2023 een afwijking op het basisprincipe als al deze voorwaarden cumulatief vervuld zijn

  • de werkgever is gevestigd in de werkstaat; 

  • de werknemer verricht (enkel) telewerk in de woonstaat; 

  • het gaat over minder dan 50% telewerk; 

  • de werkgever en werknemer dienen in onderling overleg een aanvraag in. 

Wat is telewerk?  

Dit kaderakkoord omschrijft telewerk als: werken op een onafhankelijke locatie via een IT-verbinding in een andere lidstaat dan waar de werkgever gevestigd is, namelijk de woonstaat van de werknemer.  

Zolang er geen afdeling van de werkgever ontstaat, valt werken in een co-working space ook binnen het toepassingsgebied. De nieuwe regels gelden dus niet wanneer de werknemer in een andere vaste vestiging van de werkgever gaat werken en zijn ook niet van toepassing op handelsvertegenwoordigers of medewerkers met een mobiele functie. 

Naast het sluiten van een individueel akkoord voor elke werknemer afzonderlijk, moet er ook een A1-verklaring aangevraagd worden als bewijs. De RSZ zal, na overleg met de buitenlandse collega’s, de eigen IT-toepassingen aanpassen, voorlichtingen verstrekken en de Europese certificaten A1 afleveren.

Toepassingsgebied 

Het kaderakkoord wijzigt de Europese regelgeving niet. Het basisprincipe is nog steeds de regel. Dit betekent dat je enkel van de uitzondering gebruikmaakt als de betrokken landen dit kaderakkoord ook ondertekenen. 

Voorlopig hebben 18 landen het kaderakkoord ondertekend waaronder ook België en zijn directe buurlanden (Nederland, Duitsland, Frankrijk en Luxemburg). Het Verenigd Koninkrijk gaf al aan dat zij het kaderakkoord niet zullen ondertekenen. Een actueel overzicht van de landen die het verdrag ondertekenden, vind je hier

Fiscale regels blijven ongewijzigd 

Op fiscaal vlak zijn er geen wijzigingen. Dat betekent dat de regels van de overeenkomsten voor het vermijden van dubbele belasting nog steeds van toepassing zijn. Prestaties worden in principe belast in het land waar ze gepresteerd worden, tenzij dat land onder één van de uitzonderingen van het betrokken dubbelbelastingverdrag valt. 

Vragen? 

Heb je hier vragen over? Aarzel dan niet om ons te contacteren.