Jobstudenten mogen 600 uur werken aan voordelig tarief

In 2023 en 2024 mogen jobstudenten 600 uren werken aan een voordelig tarief. Vroeger lag dit plafond nog op 475 uur. Werkgevers betalen voor deze gepresteerde uren enkel een voordelige RSZ-bijdrage. Voor jobstudenten die actief zijn in de zorgsector, gelden er nog bijkomende maatregelen waardoor ze meer uren mogen presteren. 

2 minuten leestijd Personeelsbeleid 05 januari 2023

Wat is de solidariteitsbijdrage?

De solidariteitsbijdrage is een voordelige RSZ-bijdrage en bedraagt in 2023 8,14% in het eerste, tweede en derde kwartaal en 8,13% in het vierde kwartaal. De bijdrage bestaat uit een werkgevers- en een werknemersbijdrage. 

  • De werkgeversbijdrage bedraagt 5,42% en wordt in 2023 in het eerste, tweede en derde kwartaal vermeerderd met een bijdrage van 0,01% voor het Asbestfonds;  

  • De werknemersinhouding bedraagt 2,71%. 

Studenten en hun werkgevers moeten aan enkele voorwaarden voldoen om van deze voordelige solidariteitsbijdrage te genieten.

Wat verandert er? 

Als werkgever kan je in 2023 en 2024 studenten maar liefst 600 uur tewerkstellen in dit voordelig regime. Vroeger lag dat plafond op 475 uur. Natuurlijk is de voorwaarde wel dat je aan alle voorwaarden voldoet.   

Voor de maximaal 600 studentenuren onder solidariteitsbijdrage, moet je als werkgever geen bedrijfsvoorheffing betalen. Het is nog onzeker of de fiscus de 125 extra uren zal meetellen voor de fiscale behandeling. 

De Vlaamse regering heeft wel voorzien om de 600 uur die een student onder solidariteitsbijdrage presteert in 2023 en in 2024, te neutraliseren voor het Groeipakket. Jongeren tussen 18 en 25 jaar die dus 600 uur presteren onder het voordelig tarief, behouden het recht op kinderbijslag.

Zorgsector

In 2022 besloot de regering al dat jobstudenten in de zorgsector geen rekening moesten houden met het plafond van 475 uur. Zo wilden ze het personeelstekort door de aanslepende gezondheidscrisis opvangen. Ook in het eerste kwartaal van 2023 blijft deze regel gelden. De uren die jobstudenten presteren in het eerste kwartaal tellen dus niet mee voor het plafond van 600 uur.