Nieuw sectoraal akkoord voor het paritair comité voor de toeristische attracties, PC 333

Wat betekent dit concreet voor jou?

Premie van 225  euro bij uitzonderlijk hoge winst

Als werkgever moet je jouw medewerkers volgens het nieuwe sectorale akkoord een koopkrachtpremie toekennen in de vorm van consumptiecheques ter waarde van 225  euro (= bij voltijdse tewerkstelling) als je in 2022 uitzonderlijk hoge winst maakte.

Je hebt uitzonderlijk hoge winst gemaakt als je operationele bedrijfswinst (= code 9901 van de jaarrekening) voor het boekjaar afgesloten in 2022 minstens 1,25 keer groter is dan het gemiddelde van de operationele bedrijfswinst van de boekjaren afgesloten in 2019, 2020 en 2021.

Premie van 175 euro bij hoge winst

Maakte je geen uitzonderlijk hoge winst, maar hoge winst, dan ken je jouw medewerkers een koopkrachtpremie van 175 euro (= bij voltijdse tewerkstelling) toe.

Je hebt hoge winst gemaakt als je operationele bedrijfswinst (= code 9901 van de jaarrekening) voor het boekjaar afgesloten in 2022 groter is dan het gemiddelde van de operationele bedrijfswinsten van de boekjaren afgesloten in 2019, 2020 en 2021.

Let wel: je bent bovenstaande premies niet verschuldigd als de som van de operationele bedrijfswinsten van de boekjaren afgesloten in 2019, 2020, 2021 en 2022 niet positief is.

Het boekjaar afgesloten in 2022 verwijst naar het boekjaar waarin de meeste maanden in 2022 vallen. Als het boekjaar afgesloten wordt op 30 juni, verwijst het naar het boekjaar afgesloten in 2022.

Heb je vragen over de criteria van (uitzonderlijk) hoge winst? Dan neem je het best contact op met je accountant.

Indien er een koopkrachtpremie werd toegekend of zal worden toegekend op het niveau van de onderneming, wordt deze verrekend met de hoger vermelde bedragen. Het bedrag van deze premie moet controleerbaar zijn.

Individuele toekenningsmodaliteiten

Deze premie ken je toe aan de werknemers die op 30 november 2023 in dienst zijn van het bedrijf en die 6 maanden anciënniteit hebben. Er zal een pro rata worden toegepast op basis van de werkelijke en gelijkgestelde prestaties tussen 1 januari 2023 en 30 november 2023.

De andere afspraken van het sectoraal akkoord zijn:

• Recht op vorming: werknemers moeten de vormingen kunnen volgen tijdens de werkuren. Indien dit onmogelijk is, moeten deze uren gecompenseerd worden, behalve indien vormingen gevolgd worden buiten de werkuren op vraag van de werknemer.
• De termijnen voor de aanplakking van de uurroosters wordt aangepast als volgt:
  • wat betreft de werkdagen: deze worden overgemaakt aan de werknemer op het einde van de maand voorafgaand aan de werkmaand
  • wat betreft de concrete werkuren: het juiste uurrooster wordt aan de werknemers overgemaakt 4 dagen voor de werkdag met een minimum van 3 uur prestaties.
• Voor bepaalde limitatief opgesomde functies kunnen de prestaties worden verminderd tot 2u per dag, mits een contract van bepaalde of onbepaalde duur van minstens 4 maanden én minstens halftijds (19 uur). Bijvoorbeeld voor een gids, parkingbewaker, …
• Werknemers met een loopbaan van 35 jaar, een zwaar beroep of die 20 jaar nachtarbeid verrichten, kunnen in een landingsbaan met uitkering stappen als ze jonger zijn dan 60. Zowel voor wie zijn loopbaan vermindert met een vijfde, als wie vermindert tot een halftijdse betrekking, is dat mogelijk vanaf 55 jaar. 
• Het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag of SWT (het vroegere brugpensioen) blijft mogelijk vanaf 62 jaar met een loopbaan van 40 jaar voor mannen en van 39 jaar in 2023 voor vrouwen.  
   
  Het SWT is mogelijk voor werknemers vanaf 60 jaar met  
  • een lange loopbaan van 40 jaar 
  • een zwaar beroep én een loopbaan van 35 jaar 
  • een zwaar beroep of nachtarbeid (of medische arbeidsongeschiktheid in PC 124) én een loopbaan van 33 jaar. 
• Het SWT voor werknemers met ernstige lichamelijke problemen of met het statuut van werknemer met een handicap is mogelijk vanaf 58 jaar.  
• Het bedrag van de syndicale premie wordt verhoogd tot 120 euro in 2024.
• De degressiviteit van het minimumloon voor de jonge werknemers van 16 en 17 jaar wordt vanaf 1 januari 2024 afgeschaft.
• Er wordt een sectorale regeling voor het woon-werkverkeer ingevoerd vanaf 1 januari 2024, als volgt:
  • verplaatsing met het openbaar vervoer – trein:
    • Een verplichte tussenkomst, zonder minimumafstand, van 80% van de treinkaart NMBS 2^e klasse door de werkgever aangevuld met 20% via de derdebetalersregeling
  • verplaatsing met het ander openbaar vervoer:
    • zonder minimumafstand
      • wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat, is de tussenkomst van de werkgever gelijk aan 80% van de prijs van de treinkaart NMBS 2^e klasse
      • wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage van de werkgever forfaitair vastgesteld en bedraagt zij 80% van de effectief door de werknemer betaalde prijs
  • vergoeding privé voertuig: tussenkomst van de werkgever van 50% van de treinkaart NMBS 2^e klasse voor de overeenstemmende afstand
  • fietsvergoeding: een verplichte fietsvergoeding van 0,27 euro/km met een maximum van 40 km (heen en terug) per dag

Gunstigere regimes binnen het bedrijf of via individuele overeenkomst blijven van toepassing.

• Voor de uitoefening van het mandaat als syndicaal afgevaardigde wordt er een krediet voorzien van gemiddeld 4u per maand over een periode van één jaar.

Meer informatie?

Als klant, kan je voor meer informatie over deze en andere cao’s van jouw sector altijd terecht op ons online platform My Liantis. Ga naar ‘organisatie’, ‘sectorinformatie’, kies voor de sector ‘333’. Ga vervolgens naar ‘juridische info’.