Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing bij ploegenarbeid

Verrichten je medewerkers ploegenarbeid? Dan kan je onder bepaalde voorwaarden genieten van een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing. Het Grondwettelijk Hof oordeelt dat de voorwaarde dat enkel wanneer de ploegen hetzelfde werk uitvoeren het voordeel kunnen genieten, niet ongrondwettig is.  

2 minuten leestijd Personeelsbeleid 12 februari 2024

Fiscaal voordeel bij ploegenarbeid

Als je medewerkers hebt die ploegenarbeid verrichten, kan je onder bepaalde voorwaarden genieten van een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing. Deze vrijstelling bedraagt 22,8% van de belastbare bezoldigingen (25% bij een volcontinu arbeidssysteem). 

Strikte voorwaarden  

Om het voordeel te kunnen genieten, zijn er strikte voorwaarden:  

  • Je bedrijf behoort tot de profitsector (= categorie 1 van de structurele vermindering) 

  • Er wordt ploegenarbeid verricht. Er is sprake van ploegenarbeid als het werk wordt verricht in minstens twee ploegen van minimaal twee werknemers. Je werknemers moeten hetzelfde werk doen zowel qua inhoud als qua omvang. Daarnaast moeten ze elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan een vierde van hun dagtaak. Een onderbreking van maximaal vijftien minuten wordt aanvaard. 

  • Er wordt een ploegenpremie toegekend die minstens 2% van het loon bedraagt. Vanaf 1 april 2024 moet de toekenning van deze ploegenpremie vastgelegd zijn in een sector- of ondernemings-cao, in het arbeidsreglement of in de arbeidsovereenkomst.  

  • Je werknemers worden ten minste 1/3de van hun arbeidstijd in ploegenarbeid tewerkgesteld.  

Definitie ploegenarbeid  

Zowel een autobusbedrijf als een pechverhelpingsdienst vochten de beslissing van de fiscale administratie, die oordeelde dat zij niet in aanmerking kwamen omdat de ploegen niet hetzelfde werk qua inhoud en qua omvang deden, aan.  

De zaak kwam uiteindelijk bij het Hof van Cassatie terecht die uit de wettelijke bepalingen afleidde dat enkel ondernemingen waarin de ploegen dezelfde omvang van werk verrichten, zoals in de industriële sector, de vrijstelling kunnen genieten. Dat terwijl ondernemingen waarin de omvang van het werk van de ploegen varieert volgens piek- en daluren en de ondernemingen waarin de omvang van het werk van de ploegen vergelijkbaar maar niet hetzelfde is, uitgesloten worden.  

Om die reden werd het Grondwettelijk hof geïnterpelleerd. Daardoor werd geoordeeld dat het onderscheid op een objectief criterium berust en dus niet ongrondwettig is.  

Conclusie: het Grondwettelijk Hof bevestigt dus dat het voordeel enkel genoten kan worden wanneer het werk wordt verricht in minstens twee ploegen van minimaal twee werknemers die hetzelfde werk verrichten, zowel qua inhoud als qua omvang.  

Vragen? 

Heb je hier vragen over? Aarzel dan niet om ons te contacteren.