Steunmaatregelen voor ondernemers: de meestgestelde vragen

Als jouw klant voor de maand oktober al een overbruggingsuitkering heeft ontvangen wegens verplichte sluiting, hoeft hij voor november geen nieuwe aanvraag te doen. We betalen hem automatisch een uitkering als hij daar nog voor in aanmerking komt. Ten laatste eind november ontvangt hij daarover een bevestiging van ons. De uitbetaling volgt dan op 4 december 2020.

Ook als jouw klant voor de maand november een overbruggingsuitkering heeft ontvangen wegens verplichte sluiting, volgen wij voor hem op of we de uitkering voor december automatisch kunnen betalen. We informeren hem daarover tegen 11 december 2020. Heeft hij recht op de uitkering, dan volgt de uitbetaling voor de maand december op 8 januari 2021.

Werd de uitkering toegekend omdat jouw klant afhankelijk is van een verplicht gesloten sector, dan moet hij wel elke maand een nieuwe aanvraag indienen. Dat komt omdat we bijkomende gegevens nodig hebben om de aanvraag te kunnen goedkeuren.

Let op: voorlopig kunnen we alleen de enkele crisis-overbruggingsuitkering uitbetalen, omdat de wetgeving voor het dubbele overbruggingsrecht nog niet klaar is. We zorgen ervoor dat jouw klant zo snel mogelijk het resterende bedrag ontvangt. Hij hoeft daarvoor zelf geen extra stappen te ondernemen

Zolang de wetgeving niet klaar is, kan Liantis de dubbele overbruggingsuitkering nog niet uitbetalen. De normale enkele crisisuitkering, waar jouw klant sowieso recht op heeft, kunnen we wel al onmiddellijk betalen. We zorgen ervoor dat jouw klant zo snel mogelijk het resterende bedrag ontvangt. Hij hoeft daarvoor zelf geen extra stappen te ondernemen:

• Behoort jouw klant tot de rechtstreeks verplicht gesloten sectoren: zodra het mogelijk is, betalen we automatisch het resterende bedrag uit. Je klant ontvangt kort daarvoor een bericht van ons.
• Zelfstandigen afhankelijk van verplicht gesloten sectoren: zodra onze informaticatoepassing daarvoor klaar is, nemen we contact op met jouw klant om na te gaan of hij al zijn activiteiten heeft onderbroken of hij (deels) is blijven voortwerken. Zo weten we of hij in aanmerking komt voor een enkele of dubbele uitkering en kunnen we het resterende bedrag betalen.

We betalen het supplement uit zodra we daarvoor van de overheid de toestemming krijgen. We verwachten dat dit eind november of begin december mogelijk zal zijn.

Als we uit de NACE-code van de onderneming van jouw klant kunnen afleiden dat hij actief is in een sector die verplicht gesloten is in oktober en/of november, passen we zijn aanvraag automatisch aan en kennen we het dubbele overbruggingsrecht toe. Jouw klant hoeft daarvoor niets te ondernemen.

Kunnen we dit niet afleiden uit de NACE-code of is jouw klant afhankelijk van een sector die verplicht gesloten is? Dan vragen we dat jouw klant contact opneemt met zijn klantenadviseur om de aanvraag te wijzigen.

De regering heeft bevestigd dat zelfstandigen ook na december nog zullen worden ondersteund. Er wordt gewerkt aan een nieuw crisis-overbruggingsrecht vanaf januari 2021, dat zou worden gebaseerd op een omzetdaling.

We houden je uiteraard op de hoogte over deze en andere steunmaatregelen voor 2021.

Als jouw klant zijn zaak startte op een moment waarop de sector waarin hij werkt nog niet verplicht was te sluiten (bijvoorbeeld start horecazaak op 10 oktober 2020), dan komt hij in aanmerking voor de dubbele uitkering.

Start jouw klant tijdens een periode van verplichte sluiting, dan zal hij moeten aantonen dat hij al vóór de aanvang van de sluitingsmaatregelen de intentie had om op die bepaalde datum als zelfstandige te starten. Kan hij dat niet hardmaken, dan komt hij niet in aanmerking voor het crisis-overbruggingsrecht.

Wie uitstel heeft gevraagd, zal kunnen gebruikmaken van een afbetalingsplan en de betaling van de sociale bijdragen van 2020 kunnen spreiden over twaalf extra maanden. We brengen je op de hoogte zodra we meer details kennen.

De regering kondigde aan dat ze de voorwaarden voor het klassieke overbruggingsrecht tijdelijk zal versoepelen, zodat jouw klant er misschien sneller voor in aanmerking zal komen:

1. Zo zullen starters geen vier maar slechts twee kwartalen aan sociale bijdragen moeten hebben betaald om recht te hebben op het klassieke overbruggingsrecht.
2. De uitkering zal tijdelijk (en beperkt tot een plafond) met andere uitkeringen mogen worden gecumuleerd, bijvoorbeeld met een werkloosheidsuitkering of arbeidsongeschiktheidsuitkering.
3. Ook wie vroeger in zijn loopbaan al het maximaal aantal maanden overbruggingsrecht heeft genoten, kan in 2020 of 2021 toch opnieuw het overbruggingsrecht aanvragen.

Verder heeft de regering aangekondigd dat er vanaf het vierde kwartaal van 2020 tijdelijk pensioenrechten zullen worden opgebouwd voor periodes waarin jouw klant het klassieke overbruggingsrecht geniet. Meer informatie vind je op deze webpagina.

Ja. De vereenvoudigde procedure voor de toekenning van tijdelijke werkloosheid door overmacht - zoals we die kenden tot 31 augustus 2020 - is opnieuw ingevoerd. Je klant-ondernemer kan bovendien de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht met terugwerkende kracht invoeren vanaf 1 oktober 2020, en het blijft mogelijk tot en met 31 maart 2021.

Ja, dit is mogelijk in alle sectoren en zonder restricties. Jouw klant hoeft dus niet erkend te zijn als een ‘uitzonderlijk hard getroffen onderneming’ of te behoren tot een ‘uitzonderlijk hard getroffen sector’, zoals dat voorheen wel het geval was. Bovendien kan tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ook worden toegepast voor werknemers van vrije beroepen.

Belangrijk: ook essentiële diensten kunnen voor medewerkers een beroep doen op tijdelijke werkloosheid door de coronacrisis.

Werkgevers krijgen momenteel heel wat attesten voor tijdelijke werkloosheid van hun medewerkers. Deze attesten openen het recht op een werkloosheidsuitkering:

• Quarantaineattest van de werknemer: wanneer hij niet ziek is, maar moet thuisblijven wegens quarantaine.
• Attest van sluiting corona: het kinderdagverblijf, de school of de voorziening voor een persoon met een handicap sluit om de verspreiding van het coronavirus te beperken.
• Werknemers die niet kunnen werken omdat ze hun kind dat in quarantaine is, moeten opvangen.

Door de herinvoering van de vereenvoudigde procedure moet de werkgever deze attesten niet meer aan de RVA bezorgen. De werkgever moet ze wel ter beschikking houden van de RVA, mocht er een controle komen.

Belangrijk: wanneer een werknemer vrijwillig vertrekt naar een buitenlands gebied dat rood kleurt op het moment van vertrek, moet de werknemer nadien verplicht in quarantaine. Tijdens die verplichte quarantaine heeft de werknemer géén recht op een werkloosheidsuitkering.

Een werknemer die tijdelijk werkloos is, ontvangt van 1 januari 2020 tot en met 31 maart 2021 een uitkering die gelijk is aan 70% van zijn gemiddeld geplafonneerd brutoloon (geplafonneerd op 2.754,76 euro per maand), ongeacht de reden van tijdelijke werkloosheid.

Een werknemer die tijdelijk werkloos is door de coronacrisis in de periode van 1 maart 2020 tot en met 31 maart 2021, ontvangt boven op de werkloosheidsuitkering een supplement van 5,63 euro per dag, betaald door de RVA.

De werkloosheidsuitkering en het supplement zijn onderworpen aan een verminderde bedrijfsvoorheffing van 15%.

Als de werknemer van jouw klant momenteel zijn bijberoep nog mag uitoefenen en ondertussen tijdelijk werkloos is, kan hij mits aangifte en door het vervullen van bepaalde voorwaarden toch werkloosheidsuitkeringen ontvangen. Enkele belangrijke aspecten:

• De werknemer moet het bijberoep al drie maanden uitoefenen voor hij tijdelijk werkloos wordt gesteld.
• De combinatie van een bijberoep én een uitkering tijdelijke werkloosheid is mogelijk voor de periode van 1 februari 2020 tot en met 31 maart 2021 (behalve voor de maand september als de onderneming niet is erkend als ‘uitzonderlijk hard getroffen’ of niet behoort tot een ‘uitzonderlijk hard getroffen sector’).

Daarnaast gelden de algemene regels die de RVA bepaalde.

Tijdelijk werklozen zullen, met behoud van 75% van hun tijdelijke werkloosheidsuitkering, aan de slag kunnen gaan in de land- en tuinbouw, de zorgsector en het onderwijs. In die laatste twee sectoren kunnen ze werken via opeenvolgende contracten van bepaalde duur van telkens minimaal zeven kalenderdagen.

Ja. Personeelsleden die niet kunnen telewerken, moeten een attest op zak hebben dat de noodzaak van hun aanwezigheid op de werkplaats bevestigt. Bij een controle (bijvoorbeeld bij verplaatsingen tijdens de avondklok) moet de werknemer het attest kunnen voorleggen. Hier kan je een attest ‘Essentiële verplaatsing - telewerk niet mogelijk vanaf 2 november 2020’ downloaden.

Nee, zeker al tot 31 december 2020 wordt telewerk als gevolg van de coronacrisis niet in aanmerking genomen bij de bepaling van het toepasselijke socialezekerheidsstelsel. Het brengt met andere woorden geen wijziging van het socialezekerheidsstelsel met zich mee. De afgeleverde A1-verklaringen blijven geldig.

De RSZ aanvaardt dat de werkgever mondmaskers ter beschikking stelt aan zijn werknemers, zonder dat er sprake is van een loonvoordeel in natura. Als voorwaarde geldt dat het aantal maskers in verhouding moet staan tot het aantal dat de werknemer moet gebruiken tijdens de werkuren, voor woon-werkverplaatsingen met het openbaar vervoer en voor collectief vervoer (bijvoorbeeld in de bouwsector). Wanneer het aantal mondmaskers buiten proportie is, is er wel sprake van een loonvoordeel. In dat geval zijn er socialezekerheidsbijdragen verschuldigd op de werkelijke waarde van dat voordeel. 

Het klopt dat de regering meer bedrijven die het moeilijk hebben door de coronamaatregelen, wil vrijstellen van RSZ-bijdragen in het derde kwartaal. Wie bij de gelukkigen behoort, ligt echter nog niet definitief vast en moet nog worden behandeld in de Kamer. Op de portaalsite van de sociale zekerheid vind je wel al meer uitleg over het systeem en via deze online toepassing kan je voor jouw klanten al nakijken of ze – vermoedelijk – in aanmerking zullen komen voor dit voordeel.

De bijpassing is enkel voorzien voor werknemers die dit jaar meer dan 52 dagen tijdelijk werkloos zijn geweest. Het supplement bedraagt 10 euro per tijdelijkewerkloosheidsdag boven de 52 dagen. Wie in aanmerking komt, krijgt wel minimaal 150 euro.

De bijkomende overuren zullen inderdaad opnieuw op dezelfde manier worden behandeld: er is geen overloontoeslag op verschuldigd en de uren zijn vrij van RSZ-bijdragen en belastingen.