Nieuwe voorwaarden woon-werkverkeer bouwsector
Sinds 1 december 2019 zijn er een aantal wijzigingen in de vergoeding voor woon-werkverkeer in de bouwsector. De belangrijkste aanpassingen situeren zich binnen de mobiliteitsvergoeding.
Sinds 1 december 2019 zijn er een aantal wijzigingen in de vergoeding voor woon-werkverkeer in de bouwsector. De belangrijkste aanpassingen situeren zich binnen de mobiliteitsvergoeding.
Werknemers uit de bouwsector (PC 124) krijgen te maken met onregelmatig woon-werkverkeer. Vandaag moeten ze op werf A zijn, morgen op werf B. Nu eens gebruiken ze hun eigen wagen; de andere keer gaan ze met de fiets of trein, of carpoolen ze met een collega. In veel bouwbedrijven pikt een werknemer zijn collega’s op met een busje van de werkgever. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de berekening van de vergoeding voor woon-werkverkeer vrij complex is opgevat.
In grote lijnen komt het erop neer dat de vergoeding de optelsom is van de mobiliteitsvergoeding (berekend op basis van het totaal aantal afgelegde kilometers en enkel verschuldigd indien meer dan 10 km per dag) en de verplaatsingsvergoeding (op eigen kracht afgelegde kilometers, ook al is dit minder dan 10 km per dag).
De enige wijziging hier is de fietsvergoeding. Deze bedraagt sinds 1 december 2019 €0,24 per werkelijk afgelegde kilometer, in plaats van €0,22 voordien.
Sinds 1 december 2019 gelden volgende wijzigingen:
Voor meer info kan je terecht bij je klantenadviseur.
Relevante artikels
Verloning personeel
16 oktober 2019
Verloning personeel
20 april 2019
Verloning personeel
10 januari 2020