Klein verlet of omstandigheidsverlof: dit moet je allemaal weten

Bij bijzondere gebeurtenissen, denk maar aan een huwelijk of overlijden, heeft jouw medewerker recht op afwezigheid met het behoud van zijn/haar loon. Het zogenaamde klein verlet of omstandigheidsverlof. Benieuwd naar wat dit allemaal precies inhoudt en waar je als werkgever op moet letten? We lijsten voor jou de voorwaarden op en de speciale omstandigheden die recht geven op dit type omstandigheidsverlof.

Wat is klein verlet?

Bij specifieke, speciale gebeurtenissen mag jouw medewerker afwezig blijven van het werk. Voor dit klein verlet, ook wel gekend onder de namen omstandigheidsverlof of kort verzuim, moet je medewerker jou als werkgever vooraf verwittigen. Hij/zij mag dan afwezigheidsdagen opnemen terwijl zijn/haar loon doorbetaald wordt. Denk maar aan het huwelijk of begrafenis van een familielid of het opnemen van een juryplicht. Hoe lang duurt dit klein verlet? Dat hangt af van situatie tot situatie. Meer daarover lees je verder.

Wie heeft recht op klein verlet?

Om recht te hebben op klein verlet moet je medewerker gelijktijdig aan vier voorwaarden voldoen:

  • De gebeurtenis moet recht geven op klein verlet.
  • De gebeurtenis valt op een normale werkdag van de medewerker.
  • De medewerker moet zijn werkgever zo snel mogelijk informeren over de aanleiding voor het klein verlet.
  • De medewerker moet de afwezigheidsdagen gebruiken voor de gebeurtenis waarvoor ze zijn toegekend.

Heb je recht op klein verlet bij wettelijk samenwonenden?

Heel wat gebeurtenissen geven je als medewerker recht op het opnemen van klein verlet. Sinds het Koninklijk Besluit van 28 augustus 1963 worden wettelijk samenwonenden gelijkgesteld met een echtgenoot of echtgenote. Hierdoor kunnen zij vaker klein verlet opnemen dan voordien het geval was. Waar je hieronder ‘echtgenoot’ leest, bedoelen we dus ook de partner waarmee je medewerker wettelijk samenwoont.

Soorten klein verlet

Klein verlet bij een huwelijk

Een medewerker kan klein verlet aanvragen voor zijn/haar eigen huwelijk of dat van een familielid.

De medewerker heeft recht op afwezigheidsdagen voor zijn eigen huwelijk. Het aantal vrije dagen voor dit klein verlet verschilt per sector, meestal zijn het twee dagen, maar ook drie  dagen omstandigheidsverlof komt voor. De medewerker mag zelf kiezen welke dagen hij vrij wil zijn. Voorwaarde is dat deze dagen vallen in de week waarin de gebeurtenis plaatsvindt of tijdens de daaropvolgende week.

De medewerker krijgt de dag van het huwelijk vrij bij het huwelijk van:

  • zijn eigen kind of het kind van zijn echtgeno(o)t(e) (pluskind).
  • een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster.
  • de vader, moeder, schoonvader, schoonmoeder.
  • een kleinkind van de medewerker.

Klein verlet bij een overlijden

Het overlijden van een naaste geeft recht op klein verlet. Afhankelijk van de graad van verbondenheid met de overledene, duurt het klein verlet langer of korter. Hieronder volgt een overzicht van de lengte van het omstandigheidsverlof bij een overlijden.

Tien dagen omstandigheidsverlof bij het overlijden van:

  • de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner.
  • een kind van de medewerker of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner.
  • een pleegkind van de werknemer, van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner in het kader van een langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden.

De medewerker kan zelf kiezen wanneer hij deze dagen omstandigheidsverlof bij een overlijden wil opnemen onder volgende voorwaarden:

  • de eerste drie dagen zijn op te nemen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis.
  • de overige zeven dagen moet de werknemer binnen het jaar na de dag van het overlijden opnemen.

Als de medewerker aaneensluitend na het opnemen van het klein verlet arbeidsongeschikt wordt, kan de werkgever bepaalde dagen klein verlet aftrekken van het gewaarborgd loon. Vanaf de vierde dag klein verlet kan er dan een aanrekening op het gewaarborgd loon zijn.



Met langdurige pleegzorg bedoelen we de pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat het kind voor minstens zes maanden in hetzelfde pleeggezin bij dezelfde pleegouder(s) zal verblijven. 

Drie dagen omstandigheidsverlof bij het overlijden van:

  • de vader, moeder, schoonvader, plusvader, schoonmoeder, plusmoeder van de medewerker of van zijn echtgen(o)t(e) of samenwonende partner.

De medewerker kan zelf kiezen wanneer hij deze drie dagen wil opnemen. Voorwaarde is dat deze drie dagen vallen in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis.

Twee dagen omstandigheidsverlof bij het overlijden van:

Onderstaande naasten van de medewerker of die van zijn echtgeno(o)t(e) of die van zijn samenwonende partner zorgen ervoor dat de medewerker klein verlet kan opnemen. Let wel, de naaste moet inwonen bij de medewerker om recht te kunnen hebben op klein verlet.

  • een broer, zus, schoonzus, schoonbroer.
  • een grootvader, grootmoeder, kleinkind.
  • een overgrootvader, overgrootmoeder, achterkleinkind.
  • een schoonzoon of schoondochter.

De medewerker kan zelf kiezen wanneer hij deze twee dagen wil opnemen. Voorwaarde is dat deze twee dagen vallen in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis.

De dag van de begrafenis bij het overlijden van:

Onderstaande naasten van de medewerker of die van zijn echtgeno(o)t(e) of van zijn samenwonende partner zorgen ervoor dat de medewerker recht heeft op klein verlet bij overlijden. De naaste woont in dat geval niet in bij de medewerker.

  • een broer, zus schoonzus, schoonbroer.
  • een grootvader, grootmoeder, kleinkind.
  • een overgrootvader, overgrootmoeder, achterkleinkind.
  • een schoonzoon of schoondochter.
  • een pleegkind van de medewerker of van zijn of haar echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner in het kader van kortdurende pleegzorg op het moment van het overlijden.

Met kortdurende pleegzorg bedoelen we alle vormen van pleegzorg die niet voldoen aan de voorwaarden van langdurige pleegzorg.

Algemene opmerking:
  • Bij klein verlet in geval van overlijden worden zowel de wettelijk samenwonende partner als de feitelijk samenwonende partner met de echtgenoot gelijkgesteld voor het opnemen van verlof.
  • Van de periodes waarin de dagen klein verlet wegens overlijden moeten worden opgenomen, kan je als werkgever afwijken op vraag van de medewerker. Hiervoor is de expliciete goedkeuring van de werkgever nodig. 

Klein verlet bij een communie of lentefeest

Jouw medewerker heeft recht op omstandigheidsverlof op de dag van de plechtige communie van zijn/haar kind of van het kind van zijn/haar echtgeno(o)t(e). Valt de dag van de plechtigheid samen met een zondag, feestdag, of gewone inactiviteitsdag? Dan krijgt de medewerker vrij voor de gewone werkdag die onmiddellijk aan de gebeurtenis voorafgaat of erop volgt.

Gaat het om een feest van de vrijzinnige jeugd of lentefeest, ook dan heeft je medewerker recht op klein verlet. Op de dag van het feest moet het verlof opgenomen worden. Valt dit lentefeest ook hier samen met een zondag, feestdag of gewone inactiviteitsdag, dan worden dezelfde regels gevolgd als bij klein verlet voor een communie.

Klein verlet voor bijzitters tijdens verkiezingen

Wordt jouw medewerker opgeroepen als bijzitter tijdens de verkiezingen, dan kan hij/zij ook aanspraak maken op omstandigheidsverlof. Voor de uitoefening van het ambt van bijzitter gelden volgende voorwaarden voor klein verlet:

  • Is je medewerker bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij verkiezingen voor het parlement, de provincieraad en de gemeenteraad, dan kan hij de nodige tijd opnemen als klein verlet.
  • Is je medewerker  bijzitter in een van de hoofdbureaus bij de verkiezing van het Europese Parlement, dan heeft hij/zij recht op de nodige tijd, met een maximum van vijf dagen aan klein verlet.
  • Is je medewerker bijzitter in een hoofdbureau voor stemopneming bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteverkiezingen, dan kan hij/zij de nodige tijd aan klein verlet opnemen, met een maximum van vijf dagen.

Omstandigheidsverlof bij jurydienst

Je hebt recht op maximaal vijf dagen klein verlet bij deelname aan een jury, oproeping als getuige vóór de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank

Klein verlet voor schoonfamilie, kan dat?

Het recht op klein verlet geldt ook voor de schoonfamilie. Bijvoorbeeld bij huwelijk, overlijden en priesterwijding.

Voorbeeld

de schoonzus van je medewerker Frank gaat trouwen. Frank krijgt vrijaf om bij het huwelijk te kunnen zijn. Dit zou ook het geval zijn geweest bij de bruiloft van zijn eigen zus.

Deeltijds werken en omstandheidsverlof

Ook een deeltijdse medewerker heeft recht op klein verlet. Hierbij geldt dezelfde voorwaarde als voor een voltijds medewerker: de afwezigheidsdag voor gebeurtenissen waarvoor de dag van het klein verlet bepaald is, moet vallen op een normale werkdag van de medewerker.

Voorbeeld

Geoffrey, die halftijds werkt, vraagt klein verlet aan voor de priesterwijding van zijn broer. De priesterwijding vindt plaats op een donderdag. Omdat donderdag voor Geoffrey een reguliere werkdag is, mag hij afwezig zijn met behoud van loon.

Bij sommige gebeurtenissen mag de medewerker de dag(en) van afwezigheid zelf kiezen binnen een welbepaalde periode. In dat geval heeft een deeltijds werknemer dezelfde keuzemogelijkheid als een voltijds medewerker.

Voorbeeld

Meyrem gaat trouwen en heeft het recht op twee afwezigheidsdagen met behoud van haar loon. Zij mag vrij kiezen welke twee dagen ze afwezig is tijdens de week van het huwelijk of de daaropvolgende week. Meyrem werkt enkel op dinsdag en donderdag, maar mag de twee dagen klein verlet net dan opnemen om de hele week vrij te zijn.

Op zoek naar meer informatie over klein verlet en de verschillende types omstandheidsverlof voor je medewerkers? Liantis sociaal secretariaat helpt je graag verder op weg en is jouw partner bij de bijkomende administratie. 

Contacteer ons